Een Amerikaanse studie waarvan de resultaten in NEJM verschenen, toonde aan dat homologe en heterologe boostervaccins een acceptabel veiligheidsprofiel hebben en immunogeen zijn bij volwassenen die ten minste 12 weken eerder een primair COVID-19-vaccinatieregime hadden voltooid.
Ondanks de beschikbaarheid van zeer effectieve coronavaccins doen zich doorbraakinfecties voor. Er zijn dan ook gegevens nodig over het gebruik van homologe boosters (hetzelfde als het primaire vaccin) en heterologe boosters (anders dan het primaire vaccin) bij volledig gevaccineerde personen. In de fase I/II open-label studie DMID 21-0012 kregen 458 volwassenen die ten minste 12 weken eerder een COVID-19-vaccinatieregime hadden voltooid en geen SARS-CoV-2-infectie hadden doorgemaakt, een boosterinjectie met een van de volgende 3 vaccins: mRNA-1273 (Moderna), Ad26.COV2.S (Janssen) of BNT162b2 (Pfizer-BioNTech). De primaire eindpunten waren veiligheid, reactogeniciteit en humorale immunogeniciteit op dag 15 en 29.
De reactogeniciteit was vergelijkbaar met die gerapporteerd voor de primaire series. Meer dan de helft van de deelnemers meldde dat ze na de vaccinatie pijn, malaise, hoofdpijn of spierpijn op de injectieplaats hadden. Voor alle combinaties stegen antilichaamneutraliserende titers tegen een SARS-CoV-2 D614G-pseudovirus met een factor 4 tot 73. De bindende titers namen toe met een factor 5 tot 55. Terwijl na de homologe boosters de neutraliserende antilichaamtiters met een factor 4 tot 20 toenamen, was dat na de heterologe boosters een factor 6 tot 73. De spike-specifieke T-celresponsen namen toe in alle subgroepen met uitzondering van de subgroep die nogmaals het Janssen-vaccin kreeg.
Bron:
Atmar RL, Lyke KE, Deming ME, et al. Homologous and Heterologous Covid-19 Booster Vaccinations. N Engl J Med. 2022;386:1046-57.