De behandeling van premature baby’s met hydrocortison op dag 14-28 postnataal blijkt de overlevingskans zonder bronchopulmonale dysplasie niet te verbeteren. Ook het risico op neurologische ontwikkelingsstoornissen verschilde niet wezenlijk tussen de twee groepen.
Bronchopulmonale dysplasie is een veelvoorkomende complicatie na een extreme vroeggeboorte. Het is niet bekend of behandeling met hydrocortison na de tweede postnatale week de overleving zonder bronchopulmonale dysplasie kan verbeteren en of deze behandeling nadelige neurologische ontwikkelingseffecten heeft.
Hydrocortison vs. placebo
Deze studie is uitgevoerd bij 800 zuigelingen met een zwangerschapsduur < 30 weken die op dag 14-28 gedurende ten minste 7 dagen waren geïntubeerd. Hun gemiddelde geboortegewicht was 715 gram en de zwangerschapsduur 24,9 weken. Ze werden willekeurig toegewezen aan hydrocortison (4 mg/kg lichaamsgewicht per dag, afgebouwd gedurende een periode van 10 dagen) of placebo.
Overleving zonder bronchopulmonale dysplasie
66 van de 398 zuigelingen (16,6%) in de hydrocortison-groep waren na 36 weken in leven zonder bronchopulmonale dysplasie. Ditzelfde was het geval bij 53 van de 402 zuigelingen (13,2%) in de placebogroep (aangepaste rate ratio 1,27). Na 2 jaar hadden 132 van de 358 zuigelingen (36,9%) in de hydrocortison-groep geen neurologische ontwikkelingsstoornis. Ditzelfde was het geval bij 134 van de 359 zuigelingen (37,3%) in de placebogroep (aangepaste rate ratio 0,98).
Bron:
Watterberg KL, Walsh MC, Li L, et al.. Hydrocortisone to Improve Survival without Bronchopulmonary Dysplasia. N Engl J Med. 2022;386:1121-31.