Hoewel het percentage patiënten dat bereid was om hyperbarezuurstoftherapie (HBOT) te ondergaan laag was, lijkt deze behandeling wel effectief in het verminderen van pijn en fibrose bij vrouwen met late lokale toxiciteit na radiotherapie voor borstkanker. Dat concluderen Nederlandse onderzoekers in JAMA Oncology.
Tussen 2019 en 2022 werden 189 vrouwen geïncludeerd met matige of ernstige borst-, borstwand- en/of schouderpijn in combinatie met oedeem, fibrose of bewegingsbeperking ≥ 12 maanden na radiotherapie voor borstkanker. 125 vrouwen kregen HBOT (30-40 sessies gedurende 6-8 weken) aangeboden en 61 deelnemers werden toegewezen aan de controlegroep. Het primaire eindpunt was borst-, borstwand- en/of schouderpijn 6 maanden na randomisatie. Secundaire eindpunten waren fibrose, oedeem, bewegingsbeperking en kwaliteit van leven.
Van degenen die HBOT aangeboden kregen, accepteerde en voltooide 25% de behandeling. De meest voorkomende reden om HBOT niet te accepteren was de hoge behandelintensiteit. In de ITT-analyse werd matige of ernstige pijn tijdens follow-up gemeld door 58/115 vrouwen (50%) in de interventiegroep en door 32/52 vrouwen (62%) in de controlegroep (OR 0,63; p = 0,18). In de CACE-analyse (complier average causal effect) was het percentage vrouwen dat tijdens de follow-up matige of ernstige pijn rapporteerde 32% (10/31) bij degenen die HBOT voltooiden en 75% (9,7/12,9) onder de controledeelnemers die naar verwachting HBOT zouden voltooien als het werd aangeboden (gecorrigeerde OR 0,34; p = 0,01). In de ITT-analyse werd matige of ernstige fibrose gemeld door 35/107 deelnemers (33%) in de interventiegroep en door 25/49 (51%) in de controlegroep (OR 0,36; p = 0,02). Er waren geen significante verschillen in oedeem, bewegingsbeperking en kwaliteit van leven tussen de groepen.
bron: