Behandeling met idecabtagene vicleucel resulteerde in de KarMMa-studie bij 73% van de intensief voorbehandelde patiënten met een refractair en gerecidiveerd multipel myeloom in een respons. Ruim een kwart van de patiënten bereikte een MRD-negatieve status. Bijwerkingen van graad 3 of 4 werden gemeld bij bijna alle patiënten; het ging veelal om hematologische toxiciteit en cytokinereleasesyndroom.
Idecabtagene vicleucel (ide-cel, ook wel bb2121), een BCMA-gerichte CAR T-celtherapie, liet eerder al veelbelovende activiteit zien in een fase I-studie bij patiënten met een gerecidiveerd/refractair multipel myeloom. Deze resultaten hebben geleid tot de fase II KarMMa-studie waarin de effectiviteit en veiligheid van ide-cel werden beoordeeld bij patiënten die ten minste drie eerdere behandelingen hebben ondergaan. Ook werden de farmacokinetiek, immunogeniciteit en potentiële biomarkers voor respons en progressie geëvalueerd. Patiënten konden deelnemen als zij eerder waren behandeld met een proteasoomremmer, een immuunmodulerend middel en een anti-CD38-antilichaam. Zij kregen ide-cel in een dosering van 150 × 106 tot 450 × 106 CAR-positieve (CAR+) T-cellen. Het primaire eindpunt was een partiële respons of beter; het belangrijkste secundaire eindpunt was een complete respons of beter (complete en stringent complete respons).
KarMMa
Van de 140 geïncludeerde patiënten kregen er 128 ide-cel. Na een mediane follow-up van 13,3 maanden hadden 94 van de 128 patiënten (73%) een respons en 42 van de 128 patiënten (33%) een complete respons of beter. Een MRD-negatieve status (< 10-5 kernhoudende cellen) werd bevestigd bij 33 patiënten, wat neerkwam op 26% van alle 128 patiënten die werden behandeld en 79% van de 42 patiënten met een complete respons of beter. De mediane progressievrije overleving was 8,8 maanden (95%-BI 5,6-11,6). Veelvoorkomende bijwerkingen bij de 128 behandelde patiënten waren neutropenie bij 117 patiënten (91%), anemie bij 89 (70%) en trombocytopenie bij 81 patiënten (63%). Cytokinereleasesyndroom werd gemeld bij 107 patiënten (84%), onder wie 7 deelnemers (5%) met bijwerkingen ≥ graad 3. Neurotoxische effecten traden op bij 23 patiënten (18%) en waren van graad 3 bij 4 patiënten (3%); er werden geen neurotoxische effecten hoger dan graad 3 gerapporteerd. Cellulaire kinetische analyse bevestigde CAR+ T-cellen bij 29 van de 49 patiënten (59%) na 6 maanden en bij 4 van de 11 patiënten (36%) 12 maanden na infusie.
Bron: