Onafhankelijk van de oorzaak is ijzertekort geassocieerd met een hoger risico op een ziekenhuisopname voor hartfalen, zo stelden onderzoekers vast in een groot cohort van veteranen met CNS. Hogere ijzerwaarden waren juist geassocieerd met een lager risico op ziekenhuisopname.
Dat CNS een risicofactor is voor hartfalen is geen nieuws, maar of stoornissen van het ijzermetabolisme bij CNS-patiënten bijdragen aan het risico op hartfalen is niet geheel duidelijk. Om dit uit te zoeken voerden Cho en collega’s een historische cohortstudie uit met data uit ‘the Veterans Affairs Corporate Data Warehouse’. Daaruit werd een cohort van CNS-patiënten geselecteerd voor wie ijzerwaarden ten minste eenmaal waren bepaald tussen 2006 en 2015. Dit cohort werd vervolgens opgesplitst in vier groepen voor ijzerstatus op basis van de kwartielen voor serum-transferrinesaturatie (in procent) en ferritine (in ng/ml): referentiegroep (16%-28%, 55-205 ng/ml), ijzertekort (0,8%-16%, 109-2783 ng/ml), laag ijzer (0,4%-16%, 0,9-55 ng/ml) en hoog ijzer (28%-99,5%, 205-4941 ng/ml). De primaire uitkomstmaat, het eerstejaarsrisico op ziekenhuisopname voor hartfalen, werd vergeleken tussen deze vier groepen.
Een grote groep van 78,551 veteranen voldeed aan de inclusiecriteria. Het gecorrigeerde eerstejaars relatieve risico op ziekenhuisopname voor hartfalen was hoger voor de groepen met lage ijzerstatus vergeleken met de referentiegroep (laag ijzer: 1,29; 95%-BI 1,19-1,41 en ijzertekort: 1,25; 95%-BI 1,13-1,37). In de hoog-ijzergroep was het risico juist lager dan in de referentiegroep (0,82; 95%-BI 0,72-0,92). Deze resultaten bleven overeind wanneer in de analyses ook gecorrigeerd werd voor de aanwezigheid van diabetes of hartfalen in de medische geschiedenis op baseline.
Bron: