Immuunmodulerende medicatie bij infectie wel of niet staken?

Delen via:

De Sint-Maartenskliniek is in oktober 2020 een interventiestudie gestart om te helpen bepalen of immuunmodulerende medicatie (IMM) in geval van infectie – COVID-19 incluis – beter wel of niet tijdelijk gestaakt kan worden. Deelnemers zijn IMM-gebruikers met (in hoofdzaak) een reumatische aandoening. Merel Opdam vormt samen met Lise Verhoef en Alfons den Broeder het projectteam en vertelt over het hoe en waarom van deze zogeheten COVID-I2-studie.

Wat is er al bekend over de invloed van IMM op infecties?

Merel Opdam: “Er zijn studies die suggereren dat bepaalde IMM, waaronder adalimumab, golimumab en infliximab, een iets verhoogd risico op infectie geven, maar de resultaten zijn vaak niet eenduidig. Ze verschillen bovendien per middel, per dosering en per aandoening. Reuma zelf geeft ook al een wat verhoogd infectierisico, dus het is vrij lastig te bepalen in hoeverre een verhoogd infectierisico dan echt met medicatiegebruik samenhangt. Het lijkt hoe dan ook niet om grote risico’s te gaan.”

Wat zijn momenteel de adviezen rond medicatiegebruik in geval van een infectie?

“Om te beginnen: als je geen infectie hebt, staak IMM dan niet tijdelijk uit angst voor een verhoogde kans op een COVID-19-infectie. Er zijn patiënten die dat doen, maar het wordt afgeraden omdat deze medicatie de vatbaarheid voor het virus niet lijkt te verhogen, terwijl de nadelen van staken aanzienlijk kunnen zijn. ReumaNederland adviseert patiënten bij klachten van welke ontsteking dan ook te overleggen met de behandelend arts. Bij mildere klachten is tijdelijk staken niet nodig. Bij ernstiger klachten, bijvoorbeeld koorts en benauwdheid, kan het soms wel zinvol zijn. Vaak wordt reumamedicatie dan tijdelijk opgeschort, maar er is geen bewijs dat dit betere uitkomsten geeft. Er zijn wat aanwijzingen dat deze behandeling continueren zelfs beter is dan hem onderbreken. Dit is de motivatie voor dit onderzoek.”

Hoe gaan jullie dat onderzoeken?

“We gaan 2200 IMM-gebruikers van 16 jaar en ouder met een immuungemedieerde inflammatoire aandoening includeren. Vooralsnog beperken we ons tot RA, artritis psoriatica en axiale spondyloartritis, maar we hopen verdere financiële ondersteuning te krijgen om ook patiënten met psoriasis en inflammatoire darmziekten te kunnen includeren, aangezien zij vergelijkbare medicatie gebruiken. Deelnemers worden gerandomiseerd naar een van twee groepen: een groep die bij infectie de IMM continueert, en een even grote groep die IMM dan tijdelijk onderbreekt. We volgen deelnemers een jaar lang, en vragen hun contact op te nemen zodra ze een infectie krijgen. Als de infectie hen dwingt het bed te houden en/of antibiotica te gebruiken, dan start de interventie: doorgaan of tijdelijk onderbreken van de IMM. Bij een lichte verkoudheid blijven we de IMM overigens gewoon geven omdat we niet verwachten dat deze medicatie daar enig effect op heeft. Uiteraard verzamelen we gegevens over de infectie: de soort, de ernst, ziekenhuisopname of niet, enzovoort. Deelnemers vullen verder elke maand een vragenlijst in, waarin ze hun ziekteactiviteit en eventuele andere klachten bijhouden. Het belangrijkste eindpunt van de studie is het aantal ernstige infecties in beide groepen. We kijken naar alle soorten infecties, maar zijn extra benieuwd naar COVID-19.”

De kans op een COVID-19-infectie lijkt onder gebruikers van IMM niet verhoogd.

“De resultaten van verschillende onderzoeken wisselen weliswaar wat, maar het risico lijkt inderdaad niet wezenlijk verhoogd te zijn. Wat hierbij overigens kan meespelen, is dat reumapatiënten extra voorzichtig zijn omdat ze menen vatbaarder te zijn voor infectie.”

Nemen jullie alle soorten medicatie mee?

“De studie heeft een exploratieve opzet, waarin we vrijwel alle middelen meenemen. Er zijn enkele uitzonderingen, waaronder rituximab. Dat wordt met dermate grote intervallen gegeven, dat niet echt sprake meer is van stoppen of doorgaan. Ook prednison nemen we niet mee, omdat je dat niet zomaar kunt staken, dat kan schadelijk zijn.”

Hoe is het streefaantal van 2200 deelnemers berekend?

“De studie is gepowerd voor een absoluut verschil in ernstige infecties van 2,5%. De berekening is gebaseerd op de aanname dat in de groep die de IMM continueert en onderbreekt, respectievelijk 2,5% en 5% een ernstige(r) infectie krijgt. Overigens is het moeilijk te voorspellen hoeveel deelnemers een infectie zullen krijgen, zeker bij COVID-19-infecties, omdat we niet weten hoe de pandemie zich verder ontwikkelt. Maatregelen die social distancing beogen, beperken ook de kans op sommige andere infecties dan COVID-19, terwijl deze maatregelen op andere infecties weer geen invloed hebben, zoals gordelroos, omdat dat reactivatie van een al aanwezig virus betreft.”

Heeft de studie voldoende power om de resultaten te stratificeren naar afzonderlijke middelen?

“Ik verwacht niet dat er echt harde adviezen over specifieke IMM uit zullen komen, de trial is exploratief en heeft daarvoor ook te veel subgroepen. Alleen bij een heel hoog relatief risico zal bewijs direct voldoende zijn. Wel verwachten we aanknopingspunten te vinden voor vervolgonderzoek naar specifieke patiëntengroepen, middelen en infecties die daartoe aanleiding geven.”

Staken veel patiënten in de klinische praktijk uit eigen beweging hun medicatie in geval van een infectie?

“Dat durf ik niet te zeggen. We voeren een kwalitatieve interviewstudie onder patiënten uit om te kijken hoe zij hier tegenaan kijken. Tot nu toe blijken patiënten vaker negatief dan positief te staan tegenover het tijdelijk staken van hun medicatie, uit angst dat hun ziekte opvlamt. We willen een dergelijke interviewstudie overigens ook bij artsen uitvoeren.”

Er is wellicht een risico dat patiënten – of zelfs artsen – het protocol niet (willen) volgen bij een infectie.

“Inderdaad, we proberen dat te voorkomen door elke patiënt te spreken voorafgaand aan inclusie en duidelijk uit te leggen wat de bedoeling is en waarom. We leggen met name uit dat we echt niet weten wat beter is: doorgaan of onderbreken, en dat onderzoek dus nodig is.”

Hoever is de studie gevorderd?

“Momenteel [eind januari 2021, red.] hebben we ruim 700 deelnemers. We hopen de beoogde 2200 deelnemers nog voor de zomer te includeren. Hoe eerder dat lukt, hoe meer informatie we ook over COVID-19-infecties kunnen verzamelen. Er zijn geen formele interimanalyses gepland. Aangezien we de patiënten 12 maanden volgen, zullen we de eerste resultaten op zijn vroegst medio 2022 kunnen delen.”

IMM lijkt infecties niet te bevorderen

Het is in theorie een logische aanname om in geval van infectie IMM tijdelijk te onderbreken, omdat die het immuunsysteem remt en de infectie mogelijk bevordert. Er valt echter veel tegenin te brengen. Opdam wijst erop dat de behandelde aandoening dan kan opvlammen, hetgeen op zich is geassocieerd met een verhoogd infectierisico. Bovendien kan IMM ook positieve effecten hebben bij met name ernstige infecties, namelijk een overreactie van het immuunsysteem tegengaan. Zo is de mortaliteit door sepsis lager gebleken bij gebruik van TNF-remmers, omdat die een cytokinenstorm kunnen dempen.1,2 Aangezien IL-1- en IL-6-remmers ditzelfde effect hebben, worden deze getest bij ernstige COVID-19-verschijnselen. Opdam haalt ook een studie aan die heeft laten zien dat het staken van methotrexaat voorafgaand aan electieve orthopedische chirurgie niet nodig is, en zelfs leidt tot zes keer meer infecties dan doorgaan met het gebruik.3

Tot slot wijst ze erop dat veel IMM een lange halfwaardetijd heeft, van bijvoorbeeld twee weken, waardoor je je kunt afvragen hoeveel effect het onderbreken van de medicatie heeft op een infectie.

Bronnen

  1. Qiu P, Cui X, Sun J, et al. Antitumor necrosis factor therapy is associated with improved survival in clinical sepsis trials: a meta-analysis. Crit Care Med. 2013;41(10):2419-29.
  2. Lv S, Han M, Yi R, et al. Anti-TNF-α therapy for patients with sepsis: a systematic meta-analysis. Int J Clin Pract. 2014;68(4):520-8.
  3. Grennan DM, Gray J, Loudon J, et al. Methotrexate and early postoperative complications in patients with rheumatoid arthritis undergoing elective orthopaedic surgery. Ann Rheum Dis. 2001;60(3):214-7.

In 2050 verdubbeling van aantal mensen met dementie en artrose

nov 2024 | Artrose, Dementie

Lees meer over In 2050 verdubbeling van aantal mensen met dementie en artrose

Tofacitinib bij juveniele idiopathische artritis: interimanalyse van extensiestudie

nov 2024 | JIA

Lees meer over Tofacitinib bij juveniele idiopathische artritis: interimanalyse van extensiestudie

Preventieve behandeling kan ontwikkeling reuma vertragen of voorkomen

nov 2024 | RA

Lees meer over Preventieve behandeling kan ontwikkeling reuma vertragen of voorkomen

Erasmus MC en TU Delft openen artrose-onderzoekslab

nov 2024 | Artrose

Lees meer over Erasmus MC en TU Delft openen artrose-onderzoekslab

Zwangerschapsuitkomsten bij systemische lupus erythematodes

nov 2024 | SLE

Lees meer over Zwangerschapsuitkomsten bij systemische lupus erythematodes

Longitudinaal onderzoek naar neuromotorische processen na totale knieartroplastiek

okt 2024 | Artrose, Orthopedie

Lees meer over Longitudinaal onderzoek naar neuromotorische processen na totale knieartroplastiek

SpA café 8:
De nieuwe richtlijnen voor Arthritis Psoriatica

2 okt 2024 om 18:30 | Arthritis psoriatica, Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 8:
De nieuwe richtlijnen voor Arthritis Psoriatica

Masterclass: Psoriatic Disease recente ontwikkelingen in de behandeling

30 jul 2024 | Artritis, Psoriasis

Lees meer over Masterclass: Psoriatic Disease recente ontwikkelingen in de behandeling

SpA café 7:
Perifere uitingen van SpA in de klinische praktijk

11 apr 2024 om 18:30 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 7:
Perifere uitingen van SpA in de klinische praktijk

Expertdebat SLE, Deel 3 - Praktische handvatten: Van zwangerschapswens tot de rol van B-cellen in lupus

11 mrt 2024 | Immuuntherapie, SLE

Lees meer over Expertdebat SLE, Deel 3 - Praktische handvatten: Van zwangerschapswens tot de rol van B-cellen in lupus

SpA café 5: De nieuwe ASAS-EULAR aanbevelingen voor de behandeling van axSpA

8 nov 2023 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 5: De nieuwe ASAS-EULAR aanbevelingen voor de behandeling van axSpA

ReumaReality: gepersonaliseerde zorg voor uiteenlopende patiënten

30 okt 2023 om 20:00 | Artrose

Lees meer over ReumaReality: gepersonaliseerde zorg voor uiteenlopende patiënten

SpA café 6: Structurele schade bij axiale SpA

3 okt 2023 om 18:30 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 6: Structurele schade bij axiale SpA

SpA café 3: pijn herkennen en behandelen bij patiënten met SpA

6 mrt 2023 | Arthritis psoriatica, Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 3: pijn herkennen en behandelen bij patiënten met SpA

Expertdebat SLE en lupus nefritis - Deel 2

21 dec 2022 | Immuuntherapie, SLE

Lees meer over Expertdebat SLE en lupus nefritis - Deel 2

e-learning SpA in de praktijk

Psoriasis, Spondyloartritis

Lees meer over e-learning SpA in de praktijk
Er zijn geen bijeenkomsten gevonden.

Baricitinib 4 mg/dag verbetert de uitkomsten van patiënten met SLE

jun 2018 | SLE

Lees meer over Baricitinib 4 mg/dag verbetert de uitkomsten van patiënten met SLE

Veelbelovende fase III-data upadacitinib bij RA-patiënten die falen op MTX of csDMARD's

jun 2018 | RA

Lees meer over Veelbelovende fase III-data upadacitinib bij RA-patiënten die falen op MTX of csDMARD's

Hogere therapietrouw voor abatacept bij biological-naïeve patiënten

nov 2017 | RA

Lees meer over Hogere therapietrouw voor abatacept bij biological-naïeve patiënten

Doorgaan is beter dan stoppen van adalimumab bij nr-axSpA

nov 2017 | Spondyloartritis

Lees meer over Doorgaan is beter dan stoppen van adalimumab bij nr-axSpA

Nieuwe cathepsine-K-remmer vermindert structurele schade

nov 2017 | Artrose

Lees meer over Nieuwe cathepsine-K-remmer vermindert structurele schade

Geen verhoogd risico op trombo-embolische events met tofacitinib

nov 2017 | RA

Lees meer over Geen verhoogd risico op trombo-embolische events met tofacitinib

Cardiovasculair risico van tofacitinib lager dan placebo en vergelijkbaar met MTX

nov 2017 | RA

Lees meer over Cardiovasculair risico van tofacitinib lager dan placebo en vergelijkbaar met MTX

Gunstige effecten van opioïdreceptoragonist bij artrose

nov 2017 | Artrose

Lees meer over Gunstige effecten van opioïdreceptoragonist bij artrose

Secukinumab vermindert radiologische progressie en klachten van PsA

nov 2017 | Arthritis psoriatica

Lees meer over Secukinumab vermindert radiologische progressie en klachten van PsA

Psoriatic Disease: het belang van anamnese en het herkennen van rode vlaggen

nov 2022 | Psoriasis

Lees meer over Psoriatic Disease: het belang van anamnese en het herkennen van rode vlaggen

De voor- en nadelen van zorg op afstand: ervaringen van Nederlandse reumatologen tijdens COVID

nov 2020

Lees meer over De voor- en nadelen van zorg op afstand: ervaringen van Nederlandse reumatologen tijdens COVID

Podcast - Terugkerende koortssyndromen: steeds beter te (be)grijpen en behandelen

okt 2020

Lees meer over Podcast - Terugkerende koortssyndromen: steeds beter te (be)grijpen en behandelen

De ACR-adviezen voor reumatologische zorg tijdens de COVID-19-pandemie nader bekeken

aug 2020 | RA, SLE

Lees meer over De ACR-adviezen voor reumatologische zorg tijdens de COVID-19-pandemie nader bekeken

MedNet Reumatologie 2024-03

sep 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-03

MedNet Reumatologie 2024-02

jun 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-02

MedNet Reumatologie 2024-01

mrt 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-01

MedNet Reumatologie 2023-04

dec 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-04

MedNet Reumatologie 2023-02

jun 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-02

MedNet Reumatologie 2023-01

mrt 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-01

MedNet Reumatologie 2022-04

dec 2022

Lees meer over MedNet Reumatologie 2022-04

MedNet Reumatologie 2022-03

sep 2022

Lees meer over MedNet Reumatologie 2022-03

MedNet Reumatologie 2022-02

jun 2022

Lees meer over MedNet Reumatologie 2022-02