De incidentie van maligne extracraniële kiemceltumoren (GCT’s) bij kinderen in Nederland bleef tussen 1990 en 2018 stabiel, terwijl de 5-jaarsoverleving significant toenam van 89,5% in 1990-2004 naar 97,4% in 2005-2018. De overleving van extragonadale GCT’s was lager dan die van gonadale GCT’s. Dit geldt met name voor mediastinale GCT’s, wat een aandachtspunt is voor toekomstig onderzoek, aldus de auteurs.
In deze populatie-gebaseerde studie werden de incidentie en overlevingstrends van maligne extracraniële GCT’s onderzocht bij kinderen, met behulp van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. Hiervoor werden alle maligne extracraniële GCT’s geselecteerd die tussen 1990 en 2018 waren vastgesteld bij patiënten in de leeftijd 0 tot 18 jaar. In totaal werden 815 gevallen geïdentificeerd, waarbij gonadale GCT’s (n = 665, testis n = 485 en ovarium n = 180) vaker voorkwamen dan extragonadale GCT’s (n = 149). Het stadium bij diagnose verschoof voor testiculaire en extragonadale GCT’s over de tijd richting meer gelokaliseerde ziekte. Deze trend werd niet gezien voor ovarium GCT’s. Hoewel de totale incidentie stabiel bleef over de tijd, was er een significante toename van de incidentie van extragonadale GCT’s in de leeftijdsgroep 0-9 jaar.
De 5-jaars totale overleving (OS) voor extragonadale GCT’s was 84,1% (95%-BI 77,1-89,1) en was, met name voor mediastinale GCT’s (5-jaars OS 66,7%; 95%-BI 45,7-81,1) lager dan die voor gonadale GCT’s (5-jaars OS testis: 95,0%; 95%-BI 92,7-96,7; ovarium: 97,8%; 95%-BI 94,2-99,2). De 5-jaarsoverleving van het gehele cohort was 93,6% (95%-BI 91,7-95,1) en deze steeg significant in de tijd, van 89,5% (95%-BI 86,1-92,2) in 1990-2004 naar 97,4% (95%-BI 95,3-98,5) in 2005-2018.
Bron: