Behandeling met geïnhaleerd fluticasonfuroaat gedurende 14 dagen resulteerde niet in een kortere tijd tot herstel bij poliklinische patiënten met COVID-19 in de Verenigde Staten.
In dit dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde platformonderzoek werd het gebruik van repurposed medicijnen beoordeeld bij poliklinische patiënten met COVID-19. Volwassen patiënten van 30 jaar of ouder die ten minste 2 symptomen van een acute infectie hadden die niet langer dan 7 dagen voor inclusie aanwezig waren, werden gerandomiseerd naar geïnhaleerd fluticasonfuroaat in een dosis van 200 μg eenmaal daags gedurende 14 dagen of placebo. De primaire uitkomstmaat was de tijd tot herstel, gedefinieerd als 3 opeenvolgende dagen zonder symptomen. De belangrijkste secundaire uitkomst was ziekenhuisopname of overlijden binnen 28 dagen.
Van de 1407 geïncludeerde deelnemers die randomisatie ondergingen, werden er 715 toegewezen aan geïnhaleerd fluticasonfuroaat en 692 aan placebo. Van hen werden er respectievelijk 656 en 621 opgenomen in de analyse. Er was geen bewijs dat het gebruik van fluticasonfuroaat resulteerde in een kortere tijd tot herstel ten opzichte van placebo (HR 1,01; 95% credible interval 0,91-1,12; posterior probability of benefit (HR > 1): 0,56). In totaal hadden 24 deelnemers (3,7%) in de fluticasonfuroaat-groep een bezoek aan de spoedeisende hulp of een ziekenhuisopname, ten opzichte van 13 deelnemers (2,1%) in de placebogroep (HR 1,9; 95% credible interval 0,8-3,5). In beide groepen werden 3 deelnemers opgenomen in het ziekenhuis en geen van de deelnemers overleed. De incidentie van bijwerkingen was vergelijkbaar tussen de groepen: 2,0% met fluticasonfuroaat versus 2,5% in de placebogroep.