Van internucleaire oftalmoplegie (INO) dat veel voorkomt bij MS is bekend dat de klachten worden veroorzaakt door schade in de hersenstam. Jenny Nij Bijvank vond dat deze afwijking beter met een oogmeting is vast te stellen dan met MRI. De resultaten zijn gepubliceerd in European Journal of Neurology.
Nij Bijvank selecteerde 202 mensen met MS waarbij nog niet bekend was of zij INO hadden. Zij kregen allemaal een eye tracking en een MRI. Bij 50 van hen bleek sprake van een klinisch-radiologische paradox: 45 mensen hadden een INO zonder afwijkingen op de MRI-beelden en 5 mensen hadden afwijkingen op de MRI die passen bij INO maar geen oogbewegingsafwijking.
In vervolgonderzoek zullen oogbewegingen worden gerelateerd aan netwerkmetingen, om te kijken of oogbewegingen een indruk kunnen geven van de interactie tussen hersengebieden bij MS-patiënten.
Bron: Amsterdam UMC & European Journal of Neurology