De introductie van rituximab in 2003 heeft een positief effect gehad op de uitkomsten voor patiënten met folliculair lymfoom (FL). Dat blijkt uit het proefschrift van Manette Dinnessen (IKNL/Universiteit van Amsterdam).
De overleving van patiënten met FL is sinds 2003 substantieel toegenomen ten opzichte van de periode 1996-2002. Die stijging hangt samen met de introductie van rituximab in Nederland in 2003. Met name bij patiënten met stadium III-IV FL nam de overleving sterk toe.
De gestegen relatieve overleving bij patiënten met een vroeg stadium (I-II) van FL, met name ouderen, schrijft Dinnessen toe aan betere ondersteunende zorg en eveneens aan de toevoeging van rituximab aan de behandeling.
De conditionele relatieve overleving bleek gestaag toe te nemen met elk overleefd jaar sinds de diagnose. Opvallend is dat de verschillen in overleving tussen patiënten met een verschillend ziektestadium (stadium I-II versus III-IV) 7 jaar na de diagnose verdwijnen, vooral door de toenemende overleving met elk overleefd jaar van patiënten met stadium III-IV folliculair lymfoom.
Het aantal patiënten dat sterft aan de gevolgen van FL is sinds de introductie van rituximab in 2003 over de gehele populatie afgenomen. Patiënten > 60 jaar met ziekte in stadium III-IV bij diagnose hebben nog steeds een slechte prognose. Dinnessen denkt dat het in kaart brengen van de doodsoorzaken van patiënten met FL consequenties kan hebben voor de behandeling.
Bron: