Patiënten met klinisch stadium II niet-kleincellige longkanker (NSCLC) hebben baat bij een snelle start van de chirurgische behandeling. Hun overlevingskansen zijn dan hoger, blijkt uit een recente studie van Sosse Klarenbeek van Radboudumc, IKNL-onderzoeker Mieke Aarts en collega’s.
Voor deze studie werd gebruik gemaakt van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie over de periode 2014-2019. De doorlooptijd was gedefinieerd als het aantal dagen tussen het eerste polikliniekbezoek bij de longarts en de start van de behandeling. Patiënten die een mediastinoscopie hadden ondergaan werden uitgesloten van de studie.
De mediane doorlooptijd bedroeg 47 dagen voor stadium I en 46 dagen voor stadium II. De kans op overlijden bleek verhoogd (HR 1,36) bij vertraagde behandeling van patiënten met klinisch stadium II.
Verrassend was wel dat dit fenomeen vooral optrad bij patiënten die postchirurgisch stadium I bleken te hebben. Vertraging van de chirurgische behandeling werd vooral bepaald door diagnostische verrichtingen, zoals endo-echografie (EUS), endobronchiale echografie (EBUS) en transthoracaal biopt.
De onderzoekers raden daarom aan om het diagnostisch onderzoek en de besluitvormingsstrategie te optimaliseren. Door de komst van nieuwe vormen van diagnostiek en behandeling vereist dit onderwerp de komende jaren extra aandacht.
Bron: