Nederlands onderzoek bevestigt dat een keizersnede een grote invloed heeft op de ontwikkeling van het microbioom van het kind in de eerste levensmaand. Ook suggereren de bevindingen dat toediening van antibiotica aan de moeder voorafgaand aan de sectio niet resulteert in een verdere verslechtering van het aangetaste microbioom.
Om het risico op infecties te verminderen adviseren herziene richtlijnen voor een keizersnede (SC) toediening van antibiotica aan de moeder voorafgaand aan de incisie in plaats van na het afklemmen van de navelstreng. Thomas Dierikx et al. onderzochten in een gerandomiseerde studie of de timing van antibiotica tijdens de bevalling invloed heeft op de microbiële kolonisatie bij via SC geboren baby’s.
Vrouwen die via SC bevielen kregen antibiotica ofwel voorafgaand aan de huidincisie (n = 20) of na het afklemmen van de navelstreng (n = 20). Daarnaast werd een extra controlegroep van vaginaal bevallende vrouwen (n = 23) geïncludeerd. Het fecale microbioom werd bepaald op dag 1, 7 en 28 na de geboorte en na 3 jaar door middel van 16S rRNA-gensequencing en shotgun-sequencing.
Ten opzichte van de vaginaal geboren baby’s werden in de eerste levensmaand in beide SC-groepen aanzienlijke verschillen gevonden in microbiële diversiteit en samenstelling. Een verminderde abundantie in soorten behorend tot Bacteroides en Bifidobacterium werd gevonden plus een gelijktijdige toename van Proteobacteria. Deze verschillen werden niet waargenomen op de leeftijd van 3 jaar. Op geen van de tijdstippen werden statistisch significante verschillen waargenomen in taxonomische en functionele samenstelling van het microbioom tussen de SC-groepen. De onderzoekers concluderen dat deze bevindingen moeten worden bevestigd in grotere studies.
Bron: