Bij mensen met functionele dyspepsie (FD) lijkt een laag FODMAP-dieet effectiever om epigastrische klachten te verminderen dan een standaard dieetadvies, zo schrijven Australische onderzoekers in Neurogastroenterology & Motility.
Het is bekend dat bepaalde voedingsbestanddelen de symptomen van FD mogelijk kunnen uitlokken en verergeren. In de praktijk wordt daarom regelmatig gebruik gemaakt van een dieet laag in fermenteerbare oligosachariden (fructanen en galacto-oligoschariden), disachariden (lactose), monosachariden (fructose) en polyolen (sorbitol, mannitol, maltitiol, xylitol en isomalt), afgekort tot FODMAP. Het doel van de recente Australische studie was om de effectiviteit van een FODMAP-beperkt dieetadvies te vergelijken met een standaard dieetadvies ter vermindering van epigastrische en algemene gastro-intestinale symptomen bij FD.
Afname van klachten
Voor de analyses werden gegevens gebruikt van 59 mensen met FD, waarvan de meerderheid (81%) naast FD ook het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) had. Alle deelnemers brachten een bezoek aan het Princess Alexandra Hospital in Brisbane voor een poliklinisch consult bij een diëtist. Daar kregen 40 van hen een laag FODMAP-dieetadvies en 19 een standaard dieetadvies.
Degenen die een FODMAP-beperkt dieet volgden rapporteerden een grotere afname van klachten dan degenen die een standaard dieet volgden, op basis van de ‘Structured Assessment of Gastrointestinal Symptom Scale’ (SAGIS). Voor epigastrische symptomen (maximum score 28) nam de score sterker af met het FODMAP-beperkte dieet dan met het standaarddieet (-3,6 vs. -0,9; p = 0,032). Ook de gemiddelde score voor algemene gastro-intestinale symptomen (inclusief PDS, maximum score 88) daalde in de FODMAP-groep sterker dan in de controlegroep (-9,4 vs. -3,3; p = 0,026).
Bovendien vonden de onderzoekers dat een hoger percentage ‘responders’ – gedefinieerd als minstens 30% afname van de klachten – voorkwam in de groep met een FODMAP-beperkt dieet (50%) vergeleken met de groep met het standaarddieet (16%; p = 0,012). De dieettrouw verschilde niet tussen de groepen.
Commentaar van prof. dr. Ben Witteman, MDL-arts in Ziekenhuis Gelderse Vallei (Ede) en buitengewoon hoogleraar ‘Voeding en darmgezondheid in transmurale zorg’ aan Wageningen UR
“De resultaten van de gepubliceerde studie zijn hoopvol; een afname van klachten bij FD van 50% door een FODMAP-beperkt dieet ten opzichte van 16% door een standaard dieet is een aanzienlijk verschil. Toch kunnen we op basis van deze studie nog niet concluderen dat een FODMAP-beperkt dieet inderdaad effectief is bij FD, daarvoor zitten er te veel haken en ogen aan het onderzoek. Zo is de onderzochte populatie maar klein en de manier waarop de 59 proefpersonen werden geclassificeerd als FD-patiënten is discutabel. De diagnose werd namelijk niet gesteld op basis van de ROME-criteria, maar op basis van vermelding in de verwijzing van de diëtist, het patiëntendossier, of een SAGIS-score die FD suggereerde. Daarnaast is een groot nadeel dat ook patiënten met PDS naast hun FD zijn geïncludeerd, waardoor de klachten van beide aandoeningen niet meer los van elkaar geanalyseerd konden worden.
Andere potentiële problemen hebben te maken met de keuze van de controlegroep. Er was namelijk geen échte controlegroep die helemaal geen dieetadvies kreeg. De gekozen controlegroep – die uit maar 19 proefpersonen bestond – ontving een standaard dieetadvies voor een gezonde voeding waarin werd aangeraden om uitlokkende voeding zoals cafeïne, alcohol, vet en vezels te vermijden. De toewijzing van de interventie was bovendien niet objectief: de behandelend diëtist bepaalde welk dieetadvies de patiënt kreeg op grond van eerdere dieetadviezen, het huidige dieet, leefstijl en de voorkeur van de patiënt.
Een bekend probleem bij studies waarin dieetinterventies worden vergeleken, is dat er contaminatie tussen de groepen kan optreden. Dat houdt in dat de personen in de controlegroep mogelijk toch ook elementen van het FODMAP-beperkte dieet hebben overgenomen, omdat ze wisten dat ze deelnamen aan een studie naar dit dieet. Juist in Australië, waar het FODMAP dieet erg bekend en populair is, is het voor patiënten niet moeilijk om geschikte dieetproducten hiervoor aan te schaffen.
Ondanks de beperkingen van het onderzoek lijkt er toch wel enig effect van het FODMAP-beperkte dieet te zijn, maar het is onduidelijk via welk onderliggend mechanisme FODMAP’s meer bovenbuikklachten zouden kunnen geven. De auteurs speculeren dat dit zou kunnen komen doordat de FODMAP’s overgevoeligheid door uitzetting van de dunne darm geven. Daarnaast zorgen ze voor meer colongas – wat ook zou kunnen leiden tot pijn in de bovenbuik – en leidt een FODMAP-arm dieet mogelijk tot minder inflammatie (lager histamine) en een betere darmintegriteit. Het is echter niet uit te sluiten dat het laag FODMAP-dieet de FD lijkt te verminderen, terwijl in werkelijkheid de klachten van PDS afnemen door het dieet. Het klachtenpatroon van FD overlapt immers aanzienlijk met dat van PDS, want ook daarbij komt vaak een opgeblazen gevoel en pijn in de bovenbuik voor.
Kortom, er is nog verder onderzoek nodig om na te gaan of een FODMAP-beperkt dieet wel écht effectief is bij FD. Dit onderkennen de onderzoekers ook en zij suggereren dat een randomized controlled trial nodig is om de bevindingen te bevestigen. In toekomstige gerandomiseerde studies zullen groepen met FD en/of PDS met vooraf vastgestelde criteria gevolgd moeten worden voor een langere periode.”