Een zeer vroege start van dialyse is geassocieerd met een lichte afname van het risico op sterfte en cardiovasculaire events. De vraag is of een dergelijke risicoreductie voor patiënten wel opweegt tegen de aanzienlijk langere periode die ze moeten dialyseren.
Dat concluderen onderzoekers van de Swedish Renal Registry in BMJ. Om de optimale eGFR voor de start van dialyse te bepalen, analyseerden zij data van patiënten die tussen 2007 en 2016 geïncludeerd waren in de registratie én een baseline eGFR hadden tussen 10 en 20 ml/min/1,73 m2. In totaal voldeden 10.290 patiënten aan deze criteria, van wie er 3822 met dialyse startten. Tijdens de follow-upperiode overleden 4160 patiënten en 2446 kregen een MACE (samengestelde uitkomstmaat voor sterfte ongeacht oorzaak en niet-fataal myocardinfarct of CVA).
Met een dynamisch marginal structural model werden 15 verschillende startwaardes voor dialyse vergeleken, variërend van 4 tot 19 ml/min/1,73 m2, met een eGFR van 6-7 ml/min/1,73 m2 als referentiecategorie. Er werd een paraboolvormige relatie gevonden tussen eGFR en sterfterisico, met het laagste risico voor eGFR 15-16. Vergeleken met eGFR 6-7 was starten bij eGFR15-16 geassocieerd met een 5,1% (95%-BI 2,5-6,9%) lager absoluut vijfjaars-sterfterisico (HR 0,89; 95%-BI 0,87-0,92). Voor MACE was het absolute risico 2,9% (95%-BI 0,2-5,5%) lager (HR 0,94; 95%-BI 0,91-0,98).
Het absolute verschil in sterfterisico van 5,1% komt overeen met een uitstel van overlijden van gemiddeld 1,6 maanden. Maar om die winst te behalen zou vier jaar eerder gestart moeten worden met dialyse en waarschijnlijk is dat voor veel patiënten niet de moeite waard.
Bron: