Hidradenitis suppurativa (HS) heeft een enorme impact op de kwaliteit van leven, stelde prof. Gregor Jemec (Roskilde, Denemarken) op het 25ste congres van de European Academy of Dermatology and Venereology in Wenen. ‘Patiënten hebben pijn en worden vaak gestigmatiseerd. De juiste behandeling inzetten is een uitdaging, maar dat geldt allereerst voor juiste diagnosestelling. Het is namelijk niet altijd duidelijk of het om HS gaat, of bijvoorbeeld om een stafylococcus bacterie.’
Hidradenitis suppurativa, ook wel acne inversa of acne ectopica genoemd, is een chronische ontsteking van de haarfollikels. Het klassieke type HS kenmerkt zich door typische laesies, typische topografie en is recidiverend. De complexiteit zit in het feit dat de laesies eruit zien als HS, maar toch niet altijd als HS gediagnosticeerd kunnen worden omdat het om infecties gaat, de ziekte van Crohn of staphylococcus. Soms is er zelfs verwarring met tuberculose en sporothrichoïde.
Finetunen
‘Het is zaak de definitie te finetunen, verschillende subgroepen te onderscheiden en zo manieren te vinden om de aandoening op maat te behandelen’, aldus Jemec. Statistisch gezien worden drie fenotypen onderscheiden: de klassieke vorm axillary-mammary die in 48% van de gevallen voorkomt, de follicular (26%) en de gluteal. (26%). Let wel, dit is geen klinische differentiatie. De diagnose ‘hidradenitis suppurativa’ wordt voornamelijk gesteld op het klinisch beeld en deels op de anamnese. Hierbij wordt gekeken naar de typische diepgelegen nodi, de fistels en in latere stadia fibrosering en comedonen, aanwezig op karakteristieke voorkeurslocaties en met een chronisch en recidiverend beloop.
Juist differentiëren
Jemec toonde beelden van de uiteenlopende vormen van HS en benadrukte het belang van het juist differentiëren. Dit geeft inzicht of het daadwerkelijk om HS gaat. ‘Let er hierbij op of het gaat om enkele abcessen (single lesion), safylococcus bacterie, ziekte van Crohn, neoplasma (primair of metastase), lymphogranuloma venereum of scrofolosis. Met de juiste differentiatie is het mogelijk de juiste behandeling in te zetten.’
Hurley classificatie
Om behandeling in te zetten wordt tot nu toe gebruik gemaakt van de Hurley classificatie. Jemec noemde dat de Nederlandse dermatoloog Hessel van der Zee (Rotterdam) werkt aan een verfijnde classificatie: betere definities en een verfijnde omschrijving van de subtypes. Een voorbeeld: patiënten met hoge inflammatie maar weinig sinusvorming komen nu nog niet in aanmerking voor behandeling met biologics, terwijl zij daar veel baat bij kunnen hebben. Er is een applicatie in de maak voor anti-inflammatoire behandeling die de classificatie vereenvoudigt met het doel: betere diagnostisering en behandeling op maat.
Hurley’s classificatie
Stadium I: Vorming van abces(sen), enkelvoudig of meervoudig, zonder fistelvorming en zonder littekenvorming
Stadium II: Terugkerende abcessen, enkelvoudig of meervoudig, met fistelvorming en littekenvorming, ver uit elkaar liggend (met normale huid er tussen)
Stadium III: Aaneengesloten (diffuse) of bijna aaneengesloten laesies, of multipele onderling verbonden fistels en abcesholten in het hele gebied