In 2022 kregen 12.000 mensen in Nederland de diagnose dikkedarm- of endeldarmkanker, bijna 1.000 minder dan in 2021. Sinds de invoering van het bevolkingsonderzoek wordt darmkanker vaker in een lager stadium gediagnosticeerd.
Sinds de invoering van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker in 2014 is een dalende trend zichtbaar in het aantal diagnoses. In 2021 waren er tijdelijk meer diagnoses darmkanker dan in 2020, doordat een achterstand ten gevolge van het stilleggen van het bevolkingsonderzoek tijdens de coronacrisis werd ingehaald. In 2022 is te zien dat het aantal diagnoses darmkanker weer daalt, zoals ook voor de coronacrisis het geval was.
De meeste darmkankerdiagnoses worden gesteld in de leeftijdscategorie 55-75 jaar (56%). 10% van de mensen die een darmkankerdiagnose kregen was 55 jaar of jonger. Mannen (54%) krijgen iets vaker de diagnose dan vrouwen (46%).
In 2013 was 18% van alle darmkankerdiagnoses een stadium I-tumor, in 2021 was dat 31%. Het aandeel stadium IV-tumoren nam af, van 26% in 2013 tot 19% in 2021. De vijfjaarsoverleving van stadium I-tumoren is ongeveer 95%; van stadium IV-tumoren tussen de 12 en 14%.
Bron: