Bij patiënten met perifere T1aN0 niet-kleincellige longkanker (NSCLC) is sublobaire resectie (wig- of segmentresectie) niet inferieur aan lobectomie. Dat concluderen onderzoekers uit de VS en Canada na een multicenter gerandomiseerde fase III-studie. De studie is recentelijk gepubliceerd in New England Journal of Medicine.1
Afbeelding: Alice S. / BSIP / picture alliance
Lobectomie is sinds 1995 de chirurgische standaard voor T1N0 NSCLC-patiënten. Een studie van de Lung Cancer Study Group liet toen zien dat lokale terugkeer van de ziekte 3 keer hoger was bij sublobaire resectie dan bij lobectomie, met 50% meer longkankergerelateerde sterfte. Maar sindsdien is veel vooruitgang geboekt in beeldvorming en stadiëring. Preciezere methoden leiden tot de detectie van kleinere en vroegere tumoren. Daardoor is er opnieuw belangstelling gekomen voor sublobaire resectie bij NSCLC-patiënten met klinisch stadium 1a die anders lobectomie zouden moeten ondergaan. Een Japanse fase III-studie, in 2022 gepubliceerd in Lancet2, toonde betere algehele overleving aan met segmentresectie bij patiënten met klein perifeer NSCLC vergeleken met lobectomie. De onderzoekers suggereerden dat segmentresectie de chirurgische standaard zou moeten worden bij deze patiënten.
Opzet studie
De nieuwe studie in de VS en Canada was een multicenter non-inferioriteit fase III-studie met NSCLC-patiënten met tumorstadium T1aN0 (tumor kleiner dan 2 cm, geen uitzaaiingen naar hilaire en mediastinale lymfeklieren). Zij werden gerandomiseerd voor sublobaire of lobaire resectie. Het primaire eindpunt was ziektevrije overleving na randomisatie. Secundaire eindpunten waren algehele overleving, locoregionale en systemische terugkeer van ziekte, en longfuncties.
Tussen juni 2007 en maart 2017 werden 697 patiënten geïncludeerd. Van hen ondergingen 340 patiënten sublobaire resectie en 357 lobaire resectie.
Na mediane follow-up van 7 jaar was sublobaire resectie niet inferieur aan lobaire resectie wat betreft ziektevrije overleving. De vijfjaars ziektevrije overleving was respectievelijk 63,9% en 64,1%, de vijfjaars algehele overleving 80,3% vs. 78,9%. Tussen beide groepen was er geen substantieel verschil in de incidentie van locoregionale terugkeer van ziekte en terugkeer op afstand. Na 6 maanden postoperatief was er tussen de groepen een verschil van 2 procentpunt wat betreft het gemiddelde percentage van voorspelde FEV in 1 seconde, ten gunste van de sublobaire groep.
Voorzichtig
De onderzoekers concluderen dat voor deze groep NSCLC-patiënten sublobaire resectie niet inferieur is aan lobectomie wat betreft ziektevrije overleving (primair eindpunt). De algehele overleving (secundair eindpunt) was gelijk voor beide procedures.
De onderzoekers benadrukken wel om voorzichtig te zijn met de interpretatie van de resultaten. Zo waren de onderzochte groepen relatief klein en was er tussen de groepen geen verschil in incidentie of patronen van ziekteterugkeer. Het aantal locoregionale recidieven was iets hoger na sublobaire resectie (13,4% vs. 10,0%) maar het verschil was niet klinisch relevant. Zij schrijven dat de resultaten alleen van toepassing zijn op een nauwkeurig geselecteerde patiëntengroep met perifeer gelokaliseerde NSCLC en met beeldvorming vastgestelde tumorgrootte van ≤ 2 cm. Bovendien moet de afwezigheid van metastasen pathologisch zijn vastgesteld in de hilaire en mediastinale lymfeklieren. Maar de resultaten komen wel overeen met de eerdere Japanse studie. Dat bevestigt dat sublobaire resectie (segment- of wigresectie) een effectieve benadering is voor deze subgroep NSCLC-patiënten, aldus de onderzoekers.
Dit interview is verschenen in MedNet Oncologie – Special Longkanker 2023-1. Ook deze artikelen zijn in de Special Longkanker verschenen:
- Toevoeging van twee immuuntherapeutica aan neoadjuvante chemoradiatie verdubbelt complete pathologische respons bij borderline–resectabele longkanker
- Plaats tremelimumab, durvalumab plus chemotherapie nog onvoldoende duidelijk bij gemetastaseerde longkanker
- Mogelijke doelgerichte behandeling voor NSCLC-patiënten met KRAS-mutatie
- Nintedanib plus chemotherapie voor NSCLC met IPF
Referenties:
- Altorki N, Wang X, Kozono D, et al. Lobar or Sublobar Resection for Peripheral Stage IA Non-Small-Cell Lung Cancer. N Engl J Med, 2023;388:489-98.
- Saji H, Okada M, Tsuboi M, et al. Segmentectomy versus lobectomy in small-sized peripheral non-small-cell lung cancer (JCOG0802/WJOG4607L): a multicentre, open-label, phase 3, randomised, controlled, non-inferiority trial. Lancet 2022;399:1607-17.