AI kan niet langer worden genegeerd. Wat kunnen we met AI als het gaat om het beantwoorden van klinische vragen? In de eerste 2 edities van MedNet Oncologie leggen we een vraag voor aan EvidenceHunt. Deze AI-tool baseert zijn antwoord op bronnen uit PubMed en NICE Guidelines.
Vraag aan EvidenceHunt: Bij welke patiënt- en/of tumorkenmerken verbetert ovariële suppressie de effectiviteit van neoadjuvante hormoontherapie bij premenopauzale vrouwen met borstkanker?
Bij premenopauzale vrouwen met borstkanker spelen verschillende patiënt- en tumorgerelateerde kenmerken een rol bij het verhogen van de effectiviteit van ovariumsuppressie wanneer deze wordt gebruikt in combinatie met neoadjuvante hormoontherapie. Hieronder volgt een overzicht van de relevante kenmerken op basis van de wetenschappelijke literatuur:
Patiënt Kenmerken:
- Leeftijd: Jongere premenopauzale vrouwelijke patiënten, vooral degenen die jonger zijn dan 40 jaar, lijken meer voordeel te kunnen hebben bij ovariumsuppressie. In een van de twee gevonden studies was echter beperkte statistische power voor deze subgroep waarbij geen significant verschil werd gevonden [1,2].
- Menstruele status voor de behandeling: Patiënten die voorafgaand aan de behandeling regelmatige menstruaties hadden, hebben mogelijk meer kans op herstel van de menstruele functie na behandeling met adjuvante chemotherapie en ovariumsuppressie [3].
Tumor Kenmerken:
- Hormoonreceptorstatus: De effectiviteit van ovariumsuppressie lijkt groter bij patiënten met hormoonreceptor-positieve tumoren, vooral bij een leeftijd onder de 40 jaar. Vrouwen met oestrogeenreceptor-positieve (ER+) tumoren lijken meer voordeel te hebben, aangezien deze tumoren gevoelig zijn voor hormoontherapie [1,4].
- Stadium van de ziekte: Vrouwen met een hoger risico van ziekte (bijvoorbeeld, een hoger stadium bij diagnose of een hogere tumorgrootte) kunnen meer baat hebben bij ovariumsuppressie omdat de kans op recidief zonder deze behandeling groter kan zijn. De impact van tumorgrootte en -graad blijft echter nog steeds een onderwerp van onderzoek [3,5].
- HER2-status:De resultaten van de TEXT- en SOFT-studies suggereren dat premenopauzale vrouwen met hormoonreceptorpositieve, HER2-negatieve ziekte en een hoog recidiefrisico een verbetering in 5-jaars BCFI (borstkanker-vrije interval) kunnen ervaren met exemestane plus ovariële suppressie versus tamoxifen alleen, vooral bij hogere risicoscores [6].
Andere Overwegingen:
- Sommige studies suggereren dat de timing van de start van de ovariumfunctiesuppressie (OFS) ten opzichte van chemotherapie (concurrent of sequentieel) geen significant verschil lijkt te maken in de effectiviteit van de therapie [2].
- Ofschoon er discussie is over de veiligheid van het gebruik van LHRHa tijdens chemotherapie vanwege potentiële negatieve interacties, blijkt uit onderzoek dat gebruik van triptorelin tijdens adjuvante chemotherapie bij premenopauzale vrouwen met hormoonreceptor-positieve en -negatieve borstkanker geassocieerd wordt met een hogere kans op herstel van de ovariumfunctie [7].
Conclusie:
De effectiviteit van ovariumsuppressie in combinatie met neoadjuvante hormoontherapie bij premenopauzale vrouwen met borstkanker lijkt beïnvloed te worden door leeftijd, menstruele status voor de behandeling en bepaalde tumoreigenschappen, met name hormoonreceptorstatus en mogelijk ziektestadium. Verder onderzoek is nodig om deze bevindingen te verfijnen en om beter geïnformeerde behandelingsrichtlijnen voor deze populatie te ontwikkelen.
Referenties:
- PMID 15677625
- PMID 28911092
- PMID 18325918
- PMID 22459763
- PMID 21771987
- PMID 27044936
- PMID 26720025
Dit is een AI-gegenereerd rapport door de aankomende premium versie van EvidenceHunt. Ga naar https://evidencehunt.com/?origin=springer en maak gratis een online account aan. Je ontvangt dan bij lancering van de premium versie een kortingscode voor 25% per email.