Op 3 april 2024 promoveerde Ruby van Stein aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift ’HIPEC for ovarian cancer in clinical practice’. Als promotor trad op prof. dr. G.S. Sonke; copromotor was dr. W.J. van Driel. Ruby van Stein is momenteel werkzaam als aios Obstetrie & Gynaecologie in het Zaans Medisch Centrum.
Wat was het doel van je promotieonderzoek?
Het doel van mijn promotieonderzoek was de klinische implementatie van HIPEC voor patiënten met ovariumcarcinoom die interval debulking ondergaan in Nederland. De focus lag op het trainen van medische teams, het informeren van patiënten en het beoordelen van de kwaliteit van leven. Bovendien hebben we verschillende initiatieven ondernomen om de uitvoering van debulking en HIPEC te standaardiseren en verbeteren.
Wat wil jij dat de klinische dokter van jouw onderzoek weet?
In de 3 jaar durende implementatiefase werd HIPEC breed geïntroduceerd in Nederland. Bij aanvang constateerden we variaties in de uitvoering van HIPEC tussen de deelnemende centra. Via een Delphi-consensusstudie bereikten we overeenstemming over 82% van de aspecten met betrekking tot patiëntselectie, preoperatieve voorbereiding, technische aspecten van cytoreductieve chirurgie en HIPEC, en postoperatieve zorg. We ontwikkelden een e-learning gebaseerd op de consensusafspraken, die dient als praktische standaard. Ook hebben we deze informatie verwerkt tot patiëntinformatie, die onder andere beschikbaar is op kanker.nl.
Om de klinische implementatie te evalueren, onderzochten we tussen 2019 en 2021 een groot cohort patiënten behandeld met interval debulking en HIPEC in Nederland, gebruikmakend van data uit de DGOA en NKR. Deze praktijkgegevens bevestigen dat HIPEC als aanvulling op interval debulking veelvuldig wordt toegepast, veilig is en een overlevingsvoordeel oplevert. Het is ontzettend goed nieuws dat we de resultaten van de OVHIPEC-1-studie in de praktijk hebben kunnen bevestigen.
Wat was het meest frustrerende onderdeel van je onderzoek?
Wat ik soms ontmoedigend vond, was het tempo van inclusie in de klinische en observationele studies waaraan ik heb meegewerkt. De COVID-19-pandemie speelde hierbij een belangrijke rol gedurende een groot deel van mijn promotieonderzoek, maar ook verschillende andere (logistieke) barrières veroorzaakten vertraging. Als een van de studiecoördinatoren was het mijn taak deze barrières weg te nemen. Vaak lukte dit, maar niet altijd, wat soms behoorlijk frustrerend kon zijn.
Welk moment/inzicht bracht een doorbraak?
Traditioneel worden HIPEC-patiënten direct postoperatief opgenomen op een intensivecare- of mediumcareafdeling. Door de vooruitgang in chirurgische, perfusie- en anesthesietechnieken, en de toegenomen ervaring van verpleegkundigen, ontstond echter de vraag of postoperatieve opname op zo’n afdeling routinematig noodzakelijk is. In een multicentercohort van 154 patiënten die debulking en HIPEC ondergingen, hebben we daarom de incidentie onderzocht van patiënten die kritieke zorg nodig hadden. Daaruit bleek dat slechts een minderheid van de patiënten (38%) kritieke zorg kreeg. Dit ondersteunt een verschuiving naar selectieve opname op een bewaakte zorgafdeling, wat kan helpen de ziekenhuiskosten te verminderen en de druk op dergelijke afdelingen te verlagen.
Wat is de vervolgvraag die voortkomt uit jouw onderzoek?
HIPEC is erkend als behandeling voor patiënten die interval debulking ondergaan, maar de werkzaamheid ervan bij patiënten die primaire debulking ondergaan is nog niet vastgesteld. De lopende internationale OVHIPEC-2-studie zal 538 patiënten met stadium III-epitheliaal ovariumcarcinoom randomiseren naar primaire debulking met of zonder HIPEC. De inclusie wordt naar verwachting eind 2025 afgerond.
Naast het effect van HIPEC in combinatie met primaire debulking, zijn er nog andere onderwerpen waarnaar verder onderzoek nodig is, zoals het onderzoeken van de rol van HIPEC in de recidief setting, het optimaliseren van het toedieningsprotocol, het verduidelijken van de onafhankelijke of synergetische effecten van HIPEC met andere behandelingen, en het evalueren van potentiële biomarkers om het voordeel van HIPEC voor patiënten te voorspellen.
Wat neem je zelf mee uit jouw promotieonderzoek? Wat zijn jouw volgende stappen?
Tijdens mijn promotietraject stond ik zowel dicht bij de patiënten als bij de medisch behandelaars. Ik heb enorm genoten van de samenwerking met collega’s uit andere nationale en internationale centra. Het was indrukwekkend om te zien hoe we gezamenlijk de behandeling voor patiënten met ovariumcarcinoom konden verbeteren. Investeer in dit soort waardevolle samenwerkingsverbanden, want samen bereik je veel meer dan alleen. Daarnaast heb ik met bewondering gekeken naar de moed en kracht die patiënten tijdens en na hun behandeling tonen. Momenteel volg ik de opleiding tot gynaecoloog in het Zaans Medisch Centrum. In de toekomst hoop ik me op verschillende manieren bezig te kunnen houden met het optimaliseren van de zorg voor onze patiënten.