Op veel plekken in Nederland loopt de oogzorg spaak. De toegangstijden zijn lang door een toename van (complexe) patiënten en schaarste aan oogartsen. Oogarts dr. Rob Wouters, eigenaar van Oogcentrum Noordholland, vindt wachttijden echter een rare term. “Er zijn genoeg oplossingen voor het capaciteitsvraagstuk.”
Afbeelding: Hélène de Bruijn Fotografie
Wazig zien, rode ogen en af en toe gezichtsuitval: de medisch secretaresse, die ook de brief van de huisarts kan inzien, plant een afspraak op zeer korte termijn in bij de optometrist, die een belangrijke rol in de triage heeft. Zij heeft meteen een niet-pluisgevoel als ze de patiënt ziet binnenkomen en hij zich stoot aan de stoelpoot. Na de diagnostiek weet ze het zeker: glaucoom. In overleg met de physician assistant krijgt de patiënt oogdruppels en spreken ze een laserbehandeling af met de patiënt. Als dat niet afdoende blijkt, komt de patiënt in aanmerking voor een operatie door de oogarts.
Rouleren
Zo ziet het reilen en zeilen in het Oogcentrum Noordholland er ongeveer uit. “Onze medisch secretaresses rouleren in rollen”, vertelt Rob Wouters. “Zij assisteren bijvoorbeeld ook op de OK, verwijderen hechtingen, helpen mee op de CSA (centrale sterilisatieafdeling) en bemensen het voorlichtingsbureau. De optometristen ondersteunen de oogartsen door de eerste beoordeling, initiëren de vervolgafspraken en ondersteunen de specialistische spreekuren. En we willen de komende jaren meer medewerkers stimuleren om zich te laten opleiden, bijvoorbeeld tot physician assistant, voor nog meer taakdifferentiatie. Dat mensen zich blijven scholen en bekwamen in bepaalde taken, biedt veel voordelen: enerzijds persoonlijke en professionele groei, anderzijds hoeven we zelden een proces stop te zetten omdat er geen deskundig personeel beschikbaar is. We hebben nu voldoende ruimte binnen teams om alle posities te bezetten.”
Kwaliteit voorop
Taakherschikking is een belangrijk ingrediënt van hoe de zorg in het gespecialiseerde oogheelkundig centrum is georganiseerd: efficiënt, met altijd oog voor kwaliteit. Al vroeg in zijn loopbaan kreeg Wouters interesse in de organisatie van zorg. “Na mijn eerste werkzame jaren in een algemeen ziekenhuis kon ik meewerken aan het verbeterprogramma voor ziekenhuizen ‘Sneller Beter’. De voorzitter van de raad van bestuur van het ziekenhuis vroeg me toen of ik niet actiever wilde fungeren in de medische staf. Daarop heb ik, naast mijn werk als oogarts, een opleiding Master of Health Administration gevolgd aan de Tias Business School in Tilburg.”
Oog voor dynamiek
Dankzij de combinatie van kennis en praktijk ontwikkelde Wouters zo zijn visie. “Ik zag dat de kwaliteit van zorg vaak onder druk kwam te staan omdat die ondergeschikt moest zijn aan de logistieke inrichting”, vertelt de oogarts. “Er zijn raakvlakken tussen verschillende disciplines die met dezelfde problematiek worstelen. Maar elk vak heeft ook te maken met andere externe factoren en een eigen dynamiek. Wil je de zorg optimaal inrichten, dan moet je die organiseren rondom de specifieke processen. Helaas kregen vakgroepen niet die ruimte van het nieuwe ziekenhuisbestuur.”
Budgetplafond
Voor Wouters was dat de aanleiding om in 2010 een zelfstandig oogcentrum te starten. “Hier draait het om de kwaliteit, ingestoken vanuit het proces”, vertelt Wouters. “Zo weiger ik mij neer te leggen bij wachttijden van drie maanden of langer. Overigens krijgen we daar soms wel mee te maken. Niet vanwege gebrek aan personeel, patiënten of ruimte. We hebben een prachtig pand in Heerhugowaard, een bijna energieneutraal gebouw waar we als team werken aan duurzame zorg. Daarvoor hebben we zelfs de Wisseltrofee Duurzame oogheelkunde 2024 gewonnen. Toch kunnen we de capaciteit niet volledig benutten, omdat we voor vrijwel alle zorgverzekeraars gebudgetteerd moeten werken.”
Vooruitdenken
Die tijd verspilt het team natuurlijk niet. “We werken continu aan projecten om de kwaliteit verder te verbeteren. Alle medewerkers mogen zich op projecten inschrijven en elk projectteam bestaat uit een afvaardiging van verschillende disciplines. In de afgelopen 3 jaar hebben we aan 12 projecten gewerkt. Door de kwaliteit van het proces te verhogen, kunnen we het jaar erop weer betere afspraken maken met de zorgverzekeraars.”
Minder injecties
Of hij een voorbeeld heeft van zo’n project? “Zeker. Bij natte maculadegeneratie zien we grote volumes patiënten die komen voor injecties met vaatgroeiremmers. Normaal zagen we patiënten na een serie van 3 injecties om de 4 weken, kregen ze een controle en startten we een nieuwe serie injecties. Nu hebben we, op basis van de herziene richtlijn, onderzocht of we al eerder het behandelinterval kunnen aanpassen”, vertelt Wouters. “Bij zo’n project snijdt het mes aan 3 kanten: de patiënt hoeft dan minder vaak te komen en een injectie te krijgen, het is gunstig voor de budgettering en het verhoogt de kwaliteit van zorg op een maatschappelijk verantwoorde manier.”
Cultuur
Zo’n verandering in beleid vraagt meer dan alleen een protocolaanpassing. “De manier van werken moet ook bij je werkcultuur passen en het is belangrijk om patiënten vertrouwen te laten houden in de behandeling”, schetst de oogarts. “Dat betekent dat je duidelijke uitleg moet geven over waarom mensen vaker een diagnostisch onderzoek nodig hebben. Pak je een project goed aan, dan kun je uiteindelijk grotere patiëntaantallen aan.”
Hybride oogzorg
Ook hybride oogzorg helpt: “Hierbij komt de patiënt voor de diagnostiek niet alleen naar de oogarts, maar naar de technisch oogheelkundig assistent”, vertelt Wouters. “Die assistent doet het onderzoek, waarna de oogarts of PA op een later tijdstip de uitslag digitaal of telefonisch deelt. Deze hybride oogzorg kun je opzetten voor maculadegeneratie, maar bijvoorbeeld ook voor het doen van gezichtsveldonderzoek.”
Addertje
Dat klinkt reuze efficiënt en zorgt voor een optimale inzet van de aanwezige capaciteit. Maar daar schuilt volgens Wouters ook het addertje onder het gras: “In dit soort projecten kijken we ook: kunnen we iedere patiënt op deze manier helpen? Nee, want voor de therapietrouw is het beter om elkaar te spreken en in de ogen te zien op het spreekuur. Uiteindelijk is de kwaliteit van zorg leidend, en niet de beschikbaarheid. We zoeken dus goed uit waar het zinvol is om anders te werken, en waar het passend is bij de cultuur van onze organisatie.”
Weg met wachttijd
Tot slot is Rob Wouters een groot voorstander van taakdifferentiatie en -herschikking. “Wel geldt: kwaliteit van zorg staat voorop. Je kunt ook samenwerken met optometristen buiten het ziekenhuis. Maar hoe je het ook organiseert, zorg dat de zorgketen op elkaar is afgestemd. Daarmee bedoel ik: werk aan gezamenlijke kwaliteitskaders, houd regelmatig casusbesprekingen en bespreek hoe je de zorg verder kunt optimaliseren. Last but nog least: zorg dat voor de patiënt duidelijk is hoe de zorg in diens regio is georganiseerd. Zo borg je de kwaliteit én werk je aan een laagdrempelige toegang zonder lange wachttijden.”