Het acronym WASH staat voor Water, Sanitation and Hygiene. Interventies om WASH te verbeteren zijn geassocieerd met een lager risico op diarree bij kinderen in lage- en middeninkomenslanden, zo schrijven Wolf et al. in hun artikel in the Lancet.
Voorbeelden van WASH-interventies zijn het filteren van drinkwater op het moment van gebruik, zorgen voor verbeterde bronnen en het creëren van basis sanitaire voorzieningen met rioolaansluiting. Tot voor kort was het onduidelijk hoe effectief verschillende WASH-interventies precies zijn in het verminderen van kinderdiarree. Een internationale onderzoeksgroep had daarom als doel om eerdere reviews over dit onderwerp te updaten. Hiervoor doorzochten ze de databanken MEDLINE, Embase, Scopus, Cochrane Library en BIOSIS Citation Index en selecteerden alle gecontroleerde trials, zowel gerandomiseerd als niet-gerandomiseerd, met categorieën voor WASH-blootstelling. Met random-effects-modellen voor meta-analyse en meta-regressie berekenden ze vervolgens gepoolde relatieve risico’s (RR’s).
In totaal konden 124 studies over 19.837 kinderen geïncludeerd worden; 83 studies vergeleken het verstrekken van drinkwater (62.616 kinderen), 20 sanitaire voorzieningen (40.799 kinderen) en 41 hygiëne (98.416 kinderen). Vergeleken met onbehandeld water uit een onverbeterde bron was het risico op diarree tot 50% lager bij behandeling van het water op het moment van gebruik, bijvoorbeeld door filtratie (n = 23 studies; RR 0,50; 95%-BI 0,41-0,60), en een hogere drinkwaterkwaliteit door een verbeterde bron gaf een 52% lager risico op diarree (n = 2; RR 0,48; 95%-BI 0,26-0,87).
Sanitaire interventies die geassocieerd waren met een lager risico op diarree waren het verwezenlijken van een rioolaansluiting (n = 5; RR 0,53; 95%-BI 0,30-0,93) en het bevorderen van handen wassen met zeep (RR 0,70; 95%-BI 0,64-0,76).