Patiënten die jonger zijn wanneer de symptomen van MS ontstaan, hebben slechtere uitkomsten wanneer zij 50 jaar oud zijn. Dat schrijven onderzoekers uit Boston in J Neurol Neurosurg Psychiatry.
Eerder onderzoek heeft laten zien dat een hogere leeftijd bij het begin van de symptomen van MS is geassocieerd met slechtere 10-jaarsresultaten. De ziekteduur is echter vaak langer dan 10 jaar en daarnaast kan leeftijdsgerelateerde comorbiditeit ook bijdragen aan invaliditeit. De onderzoekers beoordeelden nu dan ook patiënten met een ziekteduur > 10 jaar om te bepalen hoe leeftijd bij aanvang verband houdt met klinische, MRI- en beroepsmatige uitkomsten op de leeftijd van 50 jaar.
Hiervoor werden patiënten geïncludeerd die deelnamen aan de Comprehensive Longitudinal Investigation of Multiple Sclerosis in het Brigham and Women’s Hospital. Uitkomsten op 50-jarige leeftijd omvatten de EDSS, ontwikkeling van SPMS, T2-laesievolume (T2LV) en de parenchymale fractie in de hersenen (BPF), en de beroepsstatus.
De 661 geïncludeerde patiënten hadden een mediane aanvang van de symptomen op 31,4 jaar. De uitkomsten op de leeftijd van 50 jaar waren slechter naarmate de eerste symptomen zich ontwikkelden op lagere leeftijd: voor elke 5 jaar eerder was de EDSS 0,22 punten slechter (p = 0,015), het risico op SPMS 1,33 keer hoger (p = 0,008), T2LV 1,86 ml hoger (p < 0,001), BPF 0,97% slechter (p < 0,001) en de kans op werkloosheid door MS 1,24 keer hoger (p = 0,037).
Bij beslissingen over het starten van hoog-effectieve behandelingen, moet een lagere leeftijd bij aanvang van de ziekte worden beschouwd als een slechte prognostische factor, aldus de onderzoekers.