Een lagere tryptasewaarde is geassocieerd met genezing van chronische spontane urticaria (CSU) bij kinderen. Verhoogde tryptasewaarden blijken geassocieerd met het gebruik van de standaarddosering antihistaminica. Dit onderzoek naar biomarkers voor CSU ontving een Poster Award tijdens de 2023 AAD Annual Meeting.
Er zijn maar weinig studies gedaan naar biomarkers voor CSU bij kinderen. Het doel van de huidige studie was het identificeren van biomarkers voor de behandeling en genezing van CSU bij kinderen.
In totaal werden 109 kinderen met CSU geïncludeerd. Bij hen werden de waarden van verschillende biomarkers bepaald, waaronder het schildklierstimulerend hormoon (TSH), anti-thyroxine peroxidase (anti-TPO), totaal immunoglobuline E (IgE), CD63, tryptase en gemiddeld bloedplaatjesvolume (MPV), evenals de aantallen eosinofielen en bloedplaatjes. De onderzoekers stelden bij de kinderen 4 niveaus van behandeling vast: 1) de standaarddosering antihistaminica, 2) viermaal de standaarddosering antihistaminica, 3) omalizumab en 4) genezing. Met univariate en multivariate logistische regressieanalyses werden factoren geïdentificeerd die verband hielden met deze behandelniveaus.
De univariate analyse liet zien dat verhoogde MPV-waarden geassocieerd waren met de viermaal hogere antihistaminicadosering (OR 1,052, 95%-BI 1,004-1,103) en dat een lagere leeftijd geassocieerd was met genezing (0,982; 0,965-0,999). De multivariate analyse, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, TSH, anti-TPO, totaal IgE, CD63, eosinofielen, MPV en bloedplaatjes, liet een associatie zien van een verhoogd tryptase met gebruik van antihistaminica in een standaarddosis (OR 1,152; 95%-BI 1,019-1,302) en van lagere tryptasewaarden met ziekteresolutie (0,861; 0,777-0,955). Deze resultaten kunnen volgens de onderzoekers helpen bij het identificeren van kinderen met CSU die mogelijk zullen responderen op bepaalde behandelopties.
Bron: