Uit de voorlopige jaarcijfers van de Nederlandse Transplantatie Stichting blijkt dat het aantal orgaandonaties en –transplantaties in 2021 is gestabiliseerd. Wel is het aantal Nederlanders dat wacht op een nier, hart of long gestegen.
In 2020, het eerste jaar van de coronapandemie, daalde het aantal orgaandonaties en –transplantaties in Nederland sterk. Ondanks de aanhoudende druk op de zorg, is het in 2021 gelukt om zoveel mogelijk orgaantransplantaties wél door te laten gaan. In 2021 werden 916 niertransplantaties uitgevoerd, waarvan bijna de helft (452) met een nier van een levende donor. Hoewel het aantal transplantaties met organen van levende donoren (nier en lever, totaal 481) steeg met 21% ten opzichte van 2020, is het nog niet op het niveau van vóór de coronapandemie.
En hoewel het aantal transplantaties is gestabiliseerd, is het aantal Nederlanders dat wacht op een nier, hart of long, gestegen. In totaal wachten 1.298 mensen op een nieuw orgaan van een overleden donor, ten opzichte van 1.257 mensen in 2020. De wachtlijst is het sterkst gestegen voor nieren (+9%) en nierpatiënten vormen ook de grootste groep wachtenden: op 31 december 2021 stonden er 877 mensen op de wachtlijst voor een nier van een overleden donor.