Uit de ATLAS-2M-studie blijkt dat langwerkend cabotegravir plus rilpivirine elke 8 weken na 48 weken niet inferieur is aan toediening elke 4 weken.
Fase III-studies hebben non-inferioriteit aangetoond van langwerkend intramusculair cabotegravir en rilpivirine elke 4 weken ten opzichte van orale antiretrovirale therapie. Het doel van de gerandomiseerde open-label, non-inferioriteitsstudie ATLAS-2M was om de antivirale effectiviteit in week 48 te vergelijken tussen langwerkend cabotegravir plus rilpivirine gedoseerd elke 8 (cabotegravir 600 mg plus rilpivirine 900 mg) versus elke 4 weken (cabotegravir 400 mg plus rilpivirine 600 mg). In totaal werden 1045 hiv-geïnfecteerde personen gerandomiseerd naar 8 weken (n = 522) of 4 weken (n = 523); 37% (n = 391) stapte over van elke 4 weken cabotegravir plus rilpivirine in de ATLAS-studie. De mediane leeftijd was 42 jaar (IQR 34-50); 27% (n = 280) was vrouw bij de geboorte en 73% (n = 763) was blank. Toediening elke 8 weken was niet inferieur aan dosering om de 4 weken (hiv-1 RNA ≥ 50 kopieën per ml: 2% vs. 1%) met een gecorrigeerd verschil van 0,8 (95%-BI -0,6-2,2). Er waren 8 (2%, elke 8 weken) en 2 (< 1%, elke 4 weken) gevallen van bevestigd virologisch falen (2 opeenvolgende metingen ≥ 200 kopieën per ml). 5 van de 8 deelnemers (63%) met virologisch falen in de groep die elke 8 weken werd behandeld, hadden NNRTI-resistentiegeassocieerde mutaties tegen rilpivirine op baseline. Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar tussen de groepen; 81% van de 1045 deelnemers had bijwerkingen (exclusief injectieplaatsreacties); er waren geen behandelingsgerelateerde sterfgevallen.
Bron:
Overton ET, Richmond G, Rizzardini G, et al. Long-acting cabotegravir and rilpivirine dosed every 2 months in adults with HIV-1 infection (ATLAS-2M), 48-week results: a randomised, multicentre, open-label, phase 3b, non-inferiority study. Lancet. 2020;396:1994-2005.