Om in het colon laesies vast te stellen zodat die op een later moment chirurgisch of endoscopisch verwijderd kunnen worden, kan gebruikgemaakt worden van tatoeages. In een internationale Delphi-overeenkomst zijn adviezen opgesteld over waar wel/niet, wanneer en hoe tatoeages uitgevoerd moeten worden.
Het is essentieel om neoplastische laesies in het colon of rectum nauwkeurig te lokaliseren, zodat ze tijdens de daaropvolgende surveillance of behandeling gedetecteerd kunnen worden. Door het ontbreken van betrouwbare interne anatomische oriëntatiepunten is het zoals bekend lastig om bij het endoscopische onderzoek in het colon de locatie te bepalen, vooral in het linker en transversale colon. Daardoor kan de tijdens endoscopie gerapporteerde locatie van colorectale kankers aanzienlijk verschillen van de feitelijke anatomische locatie tijdens een daaropvolgende chirurgische of endoscopische operatie.
Tatoeages
Om (pre)maligne laesies in het maag-darmkanaal beter te kunnen lokaliseren, wordt gebruikgemaakt van tatoeages. Daarbij wordt submucosaal inkt geïnjecteerd. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar de indicaties en methodologie hiervan. Daardoor bestaat er grote variatie in de techniek en praktijkvoering van het tatoeëren. Dit wordt grotendeels op individuele basis uitgevoerd zonder duidelijke aanbevelingen of consensus voor het gebruik ervan. Deze onzekerheid kan leiden tot ongunstige uitkomsten, zoals een misleidende begeleiding van de endoscopische bevindingen richting de chirurgen, wat de chirurgische resultaten nadelig kan beïnvloeden.
Een ongepaste injectie van de tatoeage te dicht bij een poliep of ter plaatse van de polypectomie kan resulteren in fibrosevorming onder de poliep. Hierdoor kan het lastiger zijn om de poliep te verwijderen en neemt het risico op complicaties tijdens de polypectomie toe. Bovendien wordt het hierdoor wellicht onmogelijk om tijdens een daaropvolgende surveillance-colonoscopie een recidief adequaat te behandelen.
Vier verklaringen
Om consensus te bereiken over de indicaties en geschikte technieken voor het tatoeëren in het colon, zijn tijdens een internationale Delphi-overeenkomst 15 verklaringen goedgekeurd. Over de volgende 4 verklaringen is de hoogste mate van overeenstemming bereikt:
- Het tatoeëren moet altijd worden gedaan na een endoscopische resectie van een laesie met verdenking op submucosale invasie.
- Voor een colorectale laesie die in situ blijft, maar geschikt wordt geacht voor een endoscopische resectie, kan tatoeage worden gebruikt als de laesie moeilijk te detecteren wordt geacht bij een volgende endoscopie.
- Een tatoeage mag nooit rechtstreeks geïnjecteerd worden in of onder een laesie die op een later tijdstip endoscopisch verwijderd kan worden.
- De details van de tatoeage-injectie moeten duidelijk vermeld worden in het endoscopieverslag.
Referentie:
Medina-Prado L, Hassan C, Dekker E, et al. When and How To Use Endoscopic Tattooing in the Colon: An International Delphi Agreement. Clin Gastroenterol Hepatol. 2021;19:1038-50.
Commentaar dr. Lorenza Alvarez Herrero, MDL-arts in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein
Tatoeage is zoals bekend belangrijk voor de identificatie van colonlaesies, zodat die tijdens de daaropvolgende endoscopie of operatie gelokaliseerd kunnen worden. Er is behoefte aan duidelijke standaardisatie van de indicaties, techniek en documentatie van endoscopische tatoeage. Dit multidisciplinaire consensusdocument biedt een geschikte leidraad. Voor de Nederlandse praktijk zijn specifiek twee aspecten van belang.
Huidige stand Nederland
Het voorstel van deze internationale experts is om standaard alleen anaal op 3-5 cm van de tumor en in twee of drie kwadranten inkt te injecteren in een met fysiologische zout gemaakte bleb in de submucosa, voordat een laesie voor chirurgie wordt verwezen, lokalisaties in het coecum en het rectum uitgezonderd. Dit komt redelijk overeen met onze huidige Nederlandse richtlijn colorectaal carcinoom waarin geadviseerd om bij voorkeur op 3 of 4 plaatsen anaal van de tumor inkt aan te brengen in de darmwand.
Andere indicaties
Littekens na endoscopische resecties van (vermoedelijke) vroegcarcinomen dienen ook gemarkeerd te worden. Deze internationale experts zijn het erover eens dat je ook in deze gevallen 3-5 cm anaal van de tumor een tatoeage dient te plaatsen. In dit geval volstaat één inktmarkering. In de Nederlandse praktijk komt het vaak voor dat de tatoeage al is aangebracht bij detectie, dus voorafgaande aan de endoscopische resectie. Het is belangrijk te beseffen dat als een laesie er nog endoscopisch uit moet, de tatoeage niet te dicht bij de afwijking wordt gezet, omdat dat de endoscopische resectie sterk bemoeilijkt. Je moet dus erop letten om afstand te houden van de laesie (3-5 cm) en niet een te grote inktplek te maken die uitwaaiert onder de laesie door.
Tot slot wordt geadviseerd om bij een onopvallende laesie die er op termijn endoscopisch uit moet, een tatoeage achter te laten. Dit is iets wat wellicht vaker gedaan zou kunnen worden. Soms ben je namelijk lange tijd aan het zoeken naar een onopvallende of kleine laesie. Maar ook hier geldt één tatoeage anaal op afstand (3-5 cm) en niet te groot, om te voorkomen dat de inkt onder de laesie terechtkomt, zodat een endoscopische resectie niet bemoeilijkt wordt.