Op 24 maart promoveerde Danielle Starreveld aan de Universiteit Leiden op haar proefschrift getiteld: ‘Light therapy for cancer-related fatigue in (non-)Hodgkin lymphoma survivors’. Haar promotoren waren prof. dr. E.M.A. Bleiker, prof. dr. Ir. F.E. van Leeuwen. Als copromotor trad op dr. L.A. Daniels. Momenteel is Danielle Starreveld werkzaam als postdoc onderzoeker in het Erasmus MC.
Wat was het doel van je promotieonderzoek?
Vermoeidheid na kanker komt vaak voor bij overlevers van een hodgkinlymfoom of een diffuus grootcellig B-cellymfoom. Behandelingen als fysieke activiteit en cognitieve gedragstherapie zijn effectief in het verminderen van deze vermoeidheid. Het nadeel van deze behandelingen is dat ze veel motivatie vergen van de patiënt en/of dure professionele begeleiding. Om die reden blijft het interessant om alternatieve behandelingen te onderzoeken. Binnen de SPARKLE-studie hebben we gekeken of lichttherapie gebruikt kan worden als effectieve behandeling voor aanhoudende vermoeidheid na de behandeling van deze soorten kanker.
Wat wil jij dat de hematoloog van jouw onderzoek weet?
We hebben een gerandomiseerd onderzoek gedaan waarbij de helft van de deelnemers blootgesteld werd aan fel wit licht (de interventie) en de andere helft aan zwak wit licht (de controle). Onze deelnemers waren gemiddeld 13 jaar geleden behandeld en hadden al die tijd last van chronische vermoeidheid. Dit heeft een grote invloed op hun dagelijkse leven. We verwachtten dat de interventie zou leiden tot een vermindering van deze vermoeidheid, maar tot onze verbazing zagen we dat zowel deelnemers in de interventie- als de controlegroep een daling ervoeren in hun vermoeidheid. Voor een groot gedeelte van de deelnemers was deze daling klinisch relevant. Deze daling in de gehele groep is natuurlijk heel belangrijk, maar we moeten verder onderzoeken welke onderdelen van ons studieprotocol tot dit positieve resultaat geleid hebben.
Wat was het lastigste aan je onderzoek?
Het lastigste van dit onderzoek was, en is, de complexiteit van vermoeidheid na kanker. We weten nog steeds niet heel goed welke factoren ervoor zorgen dat patiënt A wel vermoeidheid krijgt na zijn diagnose en behandeling en patiënt B niet. Het feit dat wij geen verschil vonden tussen de controle- en interventiegroep kan ook komen door het feit dat de biologische klok niet langer verstoord is bij overlevers met chronische vermoeidheid na kanker. De positieve resultaten van lichttherapie komen zeer waarschijnlijk doordat licht de biologische klok synchroniseert met de buitenwereld. Als de biologische klok al gesynchroniseerd is, is er dus weinig ruimte om dit te herstellen. Desondanks is het goed mogelijk dat de biologische klok wel verstoord raakt door de behandeling van kanker en invloed heeft op het ontstaan van vermoeidheid. Als dat zo is, dan kan lichttherapie gedurende de behandeling misschien wel helpen om vermoeidheid na kanker te verminderen of te voorkomen.
Welk moment/inzicht bracht een doorbraak?
We hebben ook een vragenlijstonderzoek gedaan bij overlevers met en zonder vermoeidheid om te kijken of de slaapritmes van overlevers met vermoeidheid afwijkend zijn van overlevers zonder vermoeidheid. Als de biologische klok verstoord is en lichttherapie in de ochtend dit herstelt, dan verwacht je namelijk dat het slaapritme van mensen met vermoeidheid verlaat is. De resultaten van ons vragenlijstonderzoek lieten echter zien dat er geen verschil is in het slaapritme van overlevers met of zonder vermoeidheid. We zagen wel verschillen in de slaapkwaliteit. Mogelijk speelt dat dus een belangrijkere rol bij chronische vermoeidheid bij mensen die al langer geleden behandeld zijn voor hun diagnose.
Welke publicatie is voor jou een ‘must read’?
Het belangrijkste hoofdstuk van mijn proefschrift is het artikel waarin de meest belangrijke uitkomsten van de SPARKLE-studie beschreven worden: ‘Light Therapy for Cancer-Related Fatigue in (Non-)Hodgkin Lymphoma Survivors: Results of a Randomized Controlled Trial’.