Longkankernet in het oosten van het land breidt zich gestaag uit. Er is al structurele samenwerking tussen zes ziekenhuizen, en enkele andere sluiten zich binnenkort aan. Grote pluspunten zijn snelheid van diagnostiek, optimale zorg voor de patiënt en korte lijnen tussen behandelaars. De samenwerking geeft alle betrokkenen plezier en energie, vertellen prof. Michel van den Heuvel (Radboudumc) en Roy Dambacher (Elkerliek, Helmond).
Toen enkele jaren geleden de immuuntherapie werd uitgerold over verschillende centra, werd al gesproken over regionale samenwerking. Volgens de NVALT-criteria voor toepassing van immuuntherapie mocht alleen Radboudumc de nieuwe behandelingen gaan geven, vertelt Van den Heuvel. “Dat vonden we niet ideaal, want daarmee konden we veel patiënten geen zorg dicht bij huis bieden. We wilden de zorg rond immuuntherapie niet centraliseren, maar wel de regie nemen over die zorg.”
Met elkaar patiënten bespreken
Er werd een bijeenkomst belegd met longartsen en managers uit Radboudumc en drie omliggende ziekenhuizen: Elkerliek (Helmond), CWZ (Nijmegen) en Maasziekenhuis Pantein (Beugen). Daar werd besloten om de zorg rond immuuntherapie in een netwerk te gaan vormgeven en met elkaar patiënten te gaan bespreken. Begin 2019 is daarvoor een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met ziekenhuisbesturen, zorgverzekeraars en enkele andere betrokken partijen. “We gingen onder andere informatie delen over kwaliteitskenmerken van de zorg in de ziekenhuizen”, aldus Van den Heuvel. “We zijn tevens een nieuw, gezamenlijk MDO gestart dat nu wekelijks plaatsvindt. Daar bespreken we alle longkankerpatiënten die in aanmerking komen voor immuuntherapie of doelgerichte therapie. We hebben een onderwijstraject opgezet en zijn immuuntherapie gefaseerd gaan introduceren: eerst immuuntherapie met single agents en daarna chemo-immuuntherapie.”
Inmiddels zijn ook Bernhoven (Uden) en Jeroen Bosch Ziekenhuis (Den Bosch) bij Longkankernet aangesloten.
Dynamisch
Van den Heuvel ziet het netwerk als een dynamische samenwerking, waarbij gaandeweg protocollen en afspraken kunnen worden aangepast. Er is een gemeenschappelijk zorgpad voor alle longkankerzorg en tevens een werkgroep voor medisch-inhoudelijk overleg over behandelingen en controles. Het MDO heeft inmiddels drie takken: overleg over systeemtherapie, een moleculair-tumorboard voor een klein deel van de patiënten, en de centrale introductie van nieuwe behandelingen. “Als er een nieuwe indicatie is, bespreken wij die meteen met elkaar. Een nieuwe behandeling kan centraal of decentraal plaatsvinden. Zo hebben we over de nieuwe duale immuuntherapie afgesproken dat we die, afhankelijk van de aantallen patiënten en de indicatiestelling, van centraal naar decentraal uitrollen. En als nieuwe medicatie beschikbaar komt, bijvoorbeeld in een early-accessprogramma, hebben we die ook voor alle patiënten beschikbaar.”
Al in 2019 is binnen Longkankernet een innovatieagenda samengesteld. Een onderwerp waar nu aan gewerkt wordt, is patiëntparticipatie: hoe kunnen patiënten met de arts een goede beslissing nemen over een behandeling? “Dat gaat over met name het informeren van de patiënt: wie doet dat, en op welk moment?”, aldus Van den Heuvel. “Landelijk bestaan op dit gebied al veel initiatieven, en ook wij zijn hier nu mee bezig. Zo komt er een nieuwe website met onder andere patiënteninformatie, protocollen en wetenschappelijke informatie.”
Geen Radboudumc-project
De grootste meerwaarde van Longkankernet is volgens Van den Heuvel de kwaliteit van zorg. Die ontstaat door continu te overleggen en elkaar aan te spreken. “Het netwerk is geen Radboudumc-project, maar iets dat we met elkaar doen, inclusief verpleegkundig specialisten en ook steeds meer chirurgen. Het netwerk wordt dus steeds concreter en meer multidisciplinair.”
Ook in Zuid-West- en Noord-Nederland bestaan longkankernetwerken. Van den Heuvel wil deze netwerken met elkaar gaan vergelijken. “Niet om elkaar te beconcurreren, maar om van en met elkaar te leren. We willen in Nederland niet één netwerk, maar we willen wel samen beter worden. Regionaliseren van zorg en centraliseren van complexe zorg, dat brengt vooruitgang. En afgezien van de ‘harde’ winstpunten van het netwerk, zie ik bij iedereen plezier om met elkaar zorg te leveren. Dat geeft vertrouwen voor toekomstige samenwerking op andere gebieden. Ook dat is grote meerwaarde van de samenwerking.”
Collega’s in de regio
Dat laatste beaamt Roy Dambacher (Elkerliek). “Het is leuk en leerzaam om regelmatig bij elkaar te zitten. Zelf ben ik opgeleid in het CWZ en ik vond het mooi om weer samen te werken met mijn opleider en oud-collega’s van toen. Het is bijzonder en leerzaam om contact te hebben met collega’s in de regio. We gaan ons daarom ook richten op meer onderwijs en nascholing vanuit het netwerk.”
Al vóór Longkankernet was er samenwerking tussen Elkerliek en Radboudumc, met name voor de complexere longkankerzorg. “Er was al een MDO-structuur voor longkankerchirurgie, omdat dat is gecentraliseerd in het Radboud. Longkankernet was de volgende stap in die samenwerking. En dat verloopt soepel en tot grote tevredenheid, zowel voor behandelaars als voor patiënten. De meerwaarde voor de patiënt is dat die via ons ziekenhuis de beste longkankerzorg krijgt. We kunnen zorg lokaal bieden, of zo nodig verwijzen. Alle longkankerpatiënten worden besproken in het netwerk, zodat iedere casus vanuit een groter geheel wordt bekeken. Dat resulteert in een optimaal behandelplan.”
Korte lijnen
Voor de betrokken behandelaars is een pluspunt dat de lijnen kort zijn en snel overleg mogelijk is. Dambacher: “Tussen de reguliere MDO’s door kan ik altijd even bellen om ruggenspraak te houden. En we kunnen patiënten makkelijk heen en weer verwijzen. Als snel een onderzoek moet gebeuren, is dat eenvoudig te regelen. Zo ontstaat geen vertraging in de diagnostiek. Ook dat is meerwaarde voor de patiënt.”
Met de komst van gerichte therapieën en immuuntherapieën worden behandelingen steeds complexer. Dat vergroot de noodzaak voor breder overleg. En dat werpt zijn vruchten af, merkt Dambacher. “Doordat we kunnen leunen op de ervaring van Radboudumc zijn specifieke behandelopties bij ons sneller toegankelijk. Voorheen verwezen we patiënten voor immuuntherapie, maar dat bieden we inmiddels al een tijdje zelf in ons ziekenhuis.”
Volgens Dambacher geeft de samenwerking iedereen energie. Ook bijvoorbeeld de longcare-verpleegkundigen in de verschillende ziekenhuizen hebben contact met elkaar. “We willen allemaal de beste zorg voor de patiënt. Wat betreft zorg, snelheid en werkplezier levert het netwerk enorm veel op. Het kost in eerste instantie tijd en inspanning om een netwerk op te zetten, maar dat betaalt zich dubbel en dwars terug.”
Analyses
Het vliegwiel voor de samenwerking binnen Longkankernet was de immuuntherapie. Aanvankelijk vonden die behandelingen plaats in het Radboudumc, maar nu is alle immuuntherapie verdeeld over de deelnemende ziekenhuizen. “We hebben al analyses gedaan van de kwaliteit van zorg”, vertelt prof. Michel van den Heuvel. “In eerste instantie ging dat over aantallen behandelaars, verpleegkundigen en faciliteiten. Maar er is ook al een analyse gedaan over de aantallen patiënten die in Longkankernet zijn besproken en welke behandeling zij hebben gehad. De volgende analyse staat gepland voor september. We gaan dan dieper in op aantallen patiënten die zich presenteren met longkanker en hoeveel van hen worden behandeld. Ook gaan we na of alle patiënten inderdaad in het MDO worden besproken en wat de oorzaken zijn als dat niet gebeurt.”
Dit interview is verschenen in MedNet Oncologie – Special Longkanker. Ook deze artikelen zijn in de Special Longkanker verschenen: