Chinese onderzoekers concluderen in The New England Journal of Medicine dat behandeling met lopinavir/ritonavir waarschijnlijk niet leidt tot een significant snellere klinische verbetering of een lagere mortaliteit bij patiënten met ernstige COVID-19.
In totaal werden 199 patiënten met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie 1:1 gerandomiseerd naar lopinavir/ritonavir of standaardzorg. Behandeling met lopinavir/ritonavir was niet geassocieerd met een verschil ten opzichte van standaardzorg in de tijd tot klinische verbetering (HR 1,24; 95%-BI 0,90-1,72). Ook de mortaliteit op dag 28 was vergelijkbaar in de lopinavir/ritonavir-groep en de groep die standaardzorg kreeg (19,2% vs. 25,0%; verschil -5,8; 95%-BI -17,3 tot 5,7), evenals het percentage patiënten met detecteerbaar viraal RNA gemeten op verschillende momenten. In een gemodificeerde ‘intention to treat’-analyse leidde lopinavir/ritonavir tot een iets kortere mediane tijd tot klinische verbetering in vergelijking met standaardzorg (verschil: 1 dag; HR 1,39; 95%-BI 1,00-1,91).
Veiligheid
Gastro-intestinale bijwerkingen kwamen vaker voor in de lopinavir/ritonavir-groep, maar ernstige bijwerkingen werden vaker gezien in de groep die standaardzorg kreeg. Lopinavir/ritonavir werd bij 13 patiënten (13,8%) voortijdig gestopt vanwege bijwerkingen.
Combinatietherapie
Uit vervolgonderzoek zal moeten blijken of het combineren van lopinavir/ritonavir met andere middelen, zoals werd gedaan bij SARS, het antivirale effect kan versterken en de klinische uitkomst kan verbeteren.
Bron: Cao B, Wang Y, Wen D, et al. A Trial of Lopinavir-Ritonavir in Adults Hospitalized with Severe Covid-19. N Engl J Med. 2020 Mar 18. [Epub ahead of print]