Maak ruimte voor de brede benadering van palliatieve zorg

Delen via:

Er is een goed ontwikkeld aanbod van palliatieve zorg, maar dit wordt nog te vaak pas ingezet als duidelijk is dat er geen genezing meer mogelijk is en iemand nog maar kort te leven heeft. Dat moet anders, stelt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving in haar advies over een bredere benadering van palliatieve zorg. Raadslid Ageeth Ouwehand geeft uitleg.

Het onderwerp palliatieve zorg heeft de laatste tijd niet te klagen over aandacht. “Maar bij gebruikmaking van het begrip moet wel worden gewaakt voor spraakverwarring”, zegt Ouwehand, “want we zien dat daar nogal eens sprake van is. Hebben we het over palliatieve zorg of over palliatief terminale zorg, dat is nogal een verschil. In het laatste geval is de dood in zicht, in het eerste geval gaat het om zorg voor iemand van wie duidelijk is dat zorg geen genezing meer kan bieden. Maar zo iemand kan nog heel lang leven. Ons advies is gericht op hulpverleners die niet in het palliatieve veld zitten, maar die wel te maken hebben met mensen van wie niet duidelijk is of ze palliatief zijn. Wij stellen dat de dichotomie die bestaat tussen ziek zijn enerzijds en niet meer beter kunnen worden anderzijds opgeheven moet worden, omdat in de praktijk die scheiding niet zo zwart wit is.”

In de praktijk van de zorg betekent dit dat eerder aan de patiënt moet worden gevraagd: ‘We weten niet zo goed hoe het u vanaf hier zal vergaan, maar wat vindt u nu, in deze fase van uw leven nog belangrijk?’. “Het is een vraag die alle beroepsbeoefenaren in het zorgveld kunnen stellen”, zegt Ouwehand.

Geen knip

Dat gebeurt te weinig. “Als de palliatieve fase aanbreekt, wordt ineens gesproken vanuit een veel meer holistisch mensbeeld dan in de behandelfase het geval is”, zegt Ouwehand. “Bovendien komen dan bijvoorbeeld ineens ook vrijwilligers in beeld . Maar als mensen chronisch ziek zijn, is het nog helemaal geen uitgemaakte zaak dat over kwaliteit van leven wordt gesproken en dat de vraag ‘Wat wilt u nog van het leven?’ wordt gesteld.”

Wat nogal eens gebeurt, stelt ze, is dat iemand een diagnose krijgt als hersentumor fase IV, met daarbij de boodschap van de behandelend arts: ‘We kunnen niets meer voor u doen, ik verwijs u naar de huisarts’. “Alsof er een knip is”, zegt ze. “Die hoort er niet te zijn, het is zaak de brede benadering van het begrip palliatieve zorg al veel eerder in het proces aan de orde te laten komen. De huisarts en de wijkverpleegkundige hebben  hier een heel belangrijke rol in. Het hoort bij hun professie te zorgen dat mensen in zo’n geval in de thuissituatie hun weg vinden. Zij kennen de sociale kaart en kunnen dit dus.”

Een ander pad

Het punt is, stelt Ouwehand, dat behandelaar en patiënt niet toekomen aan de essentiële vragen zo lang de medisch-technische aanpak van de ziekte voorop blijft staan. “Als al vroeger in het proces de ruimte wordt genomen om het bredere perspectief ter sprake te brengen, kan het zomaar zijn dat de patiënt ervoor kiest om een heel ander pad te bewandelen”, zegt ze. “Dit kan ook het pad zijn van afzien van verdere behandeling en voor andere dingen kiezen waarin de kwaliteit van leven voorop staat.”

De behandelaar hoeft niet degene te zijn die handelt naar dat bredere perspectief, maar kan wel een opening bieden en de patiënt de weg wijzen. “Het ziekenhuis is efficiënt ingericht”, zegt ze. “De vraag  naar het bredere perspectief kan er wel gesteld worden, maar het pad bewandelen dat daarmee beschikbaar komt ligt meer buiten de ziekenhuismuren. Binnen het ziekenhuis is er bij uitstek een rol voor de verpleegkundig specialist, die veel meer op de levensdomeinen zit dan de behandelend arts. Het is een beetje afhankelijk van hoe de maatschap is ingericht of de verpleegkundig specialist hiervoor volledig de ruimte heeft, maar het is wel zaak dat je met elkaar voorneemt ruimte te bieden voor de  bredere blik van de palliatieve zorg. Het moet niet van de verpleegkundig specialist afhangen.”

Andere mindset

Wat is de rol van de patiënt in dit verhaal? Moet die het voortouw nemen om te vragen of vanuit een breder perspectief naar zijn positie kan worden gekeken? “Mondige patiënten zien we dit al wel doen”, zegt Ouwehand. “Maar het werkt psychologisch zo dat je van goeden huize moet komen om er in de situatie van een ernstige ziekte over te beginnen. Bijna iedere patiënt zal in eerste instantie een behandeling willen die levensreddend kan zijn. Daardoor vindt het echte gesprek doorgaans pas plaats op het moment dat duidelijk is dat genezing niet meer mogelijk is. Dan hoor je nogal eens dat patiënten zeggen: ‘Dit gesprek hadden we eerder moeten voeren’. Maar dat kwam er niet van omdat de patiënt in die eerdere fase in een rollercoaster van onderzoek en behandeling belandde.”

De mindset van de professionals veranderen is niet eenvoudig, erkent Ouwehand. “Het palliatieve veld is nu versnipperd, van super gespecialiseerd tot vrijwilligers”, zegt ze. “En we weten: als iets een specialisme wordt, dan wordt het ook aan die specialist overgelaten. Maar dat hoeft natuurlijk niet. De communicatievaardigheden heeft iedere medicus en paramedicus in zijn opleiding gehad. Het gaat om het bewustzijn dat je er allemaal verantwoordelijk voor bent. Natuurlijk moeten de gesprekken wel gefaciliteerd en bekostigd worden. Dat vraagt om ‘kijk- en luistergeld’, waarover we ook een advies hebben uitgebracht.”

Erover praten

Er is nog een RVS-advies dat met dit onderwerp samenhangt, namelijk het advies Stervelingen – goed samenleven met de dood. “Daar hebben we het ook hier over”, zegt Ouwehand. “De gedachte van maakbaarheid zorgt ervoor dat we het niet meer over sterven en de dood hebben. Maar er niet over praten betekent niet dat het niet bestaat.”

‘Erover praten’ betekent in dit verband niet één gesprek. De vraag wat iemand die (waarschijnlijk) niet meer beter wordt, kan in de loop van de tijd veranderen. “Het is continu aftasten”, zegt Ouwehand. “Niet per se een zaak voor professionals natuurlijk. Als patiënt en naasten het goed zelf kunnen is het prima. En vrijwilligers en lotgenotencontacten kunnen ook een waardevolle rol vervullen. Beperk het niet tot de zorg. Maar zorg moet wel – en in een vroeger stadium dan nu vaak het geval is – de eerste aanzet geven. En de zorgprofessionals moeten ook daarna een lijntje openhouden.”

Met nieuwe leidraad multimorbiditeit op weg naar toekomstbestendige zorg

okt 2024

Lees meer over Met nieuwe leidraad multimorbiditeit op weg naar toekomstbestendige zorg

Aminozuren om de nieren te beschermen na hartchirurgie

okt 2024 | Acuut nierfalen, Chirurgie

Lees meer over Aminozuren om de nieren te beschermen na hartchirurgie

Effecten van empagliflozine op overvulling en vetmassa

sep 2024 | Chronische nierschade

Lees meer over Effecten van empagliflozine op overvulling en vetmassa

Janneke van der Woude benoemd tot hoogleraar Healthcare related education

sep 2024

Lees meer over Janneke van der Woude benoemd tot hoogleraar Healthcare related education

Effect van verschillende doses sildenafil op de mortaliteit bij volwassenen met PAH

sep 2024

Lees meer over Effect van verschillende doses sildenafil op de mortaliteit bij volwassenen met PAH

Aantal DOAC-gebruikers in 5 jaar tijd verdubbeld

aug 2024

Lees meer over Aantal DOAC-gebruikers in 5 jaar tijd verdubbeld

RNA therapie: nu en in de toekomst - deel 2

30 sep 2024 om 20:00

Lees meer over RNA therapie: nu en in de toekomst - deel 2

Keynote webinar | Spotlight on medication adherence

27 jun 2024 om 18:00 | Astma

Lees meer over Keynote webinar | Spotlight on medication adherence

Cardiorenale casuïstiek in een transmurale setting

17 jun 2024 om 20:00 | Diabetes

Lees meer over Cardiorenale casuïstiek in een transmurale setting

Niertoxiciteit na orgaantransplantatie – Belicht vanuit diverse disciplines

11 jun 2024 om 20:00 | Acuut nierfalen, Chronische nierschade, Niertransplantatie

Lees meer over Niertoxiciteit na orgaantransplantatie – Belicht vanuit diverse disciplines

Optimaal teamwork bij de DM2-patiënt met chronische nierschade

27 feb 2024 om 20:00 | Chronische nierschade, Diabetes

Lees meer over Optimaal teamwork bij de DM2-patiënt met chronische nierschade

Update richtlijnen 2023: HCM en stapelingsziekte

8 dec 2023 | Angina pectoris, Hartfalen, Ritmestoornissen

Lees meer over Update richtlijnen 2023: HCM en stapelingsziekte

Hartfalen anno 2023: van evidence naar dagelijkse praktijk

7 aug 2023 | Hartfalen

Lees meer over Hartfalen anno 2023: van evidence naar dagelijkse praktijk

Heart Failure Highlights 2023

4 jul 2023 om 20:00 | Hartfalen

Lees meer over Heart Failure Highlights 2023

CMV-infecties bij post-transplantatiepatiënten; een behandellandschap in ontwikkeling

6 jun 2023 | Stamceltransplantatie, Virale infecties

Lees meer over CMV-infecties bij post-transplantatiepatiënten; een behandellandschap in ontwikkeling

Nieuwe mogelijkheden in lipidenmanagement van patiënten met een zeer hoog CV risico

Atherosclerose

Lees meer over Nieuwe mogelijkheden in lipidenmanagement van patiënten met een zeer hoog CV risico

Linkerventrikelhypertrofie: stelt u de juiste diagnose in deze casus?

Lees meer over Linkerventrikelhypertrofie: stelt u de juiste diagnose in deze casus?
Er zijn geen bijeenkomsten gevonden.

Bewustwording over CTEPH na acute longembolie nog laag

aug 2023 | Pulmonale hypertensie, Vaatlijden

Lees meer over Bewustwording over CTEPH na acute longembolie nog laag

Statine verlaagt cardiovasculair risico bij hiv met een derde

jul 2023 | HIV

Lees meer over Statine verlaagt cardiovasculair risico bij hiv met een derde

Hersenaandoeningen leiden wereldwijd tot meer gezondheidsverlies dan hart- en vaatziekten

jul 2023 | Dementie, Neuro-oncologie, Neuro-vasculair

Lees meer over Hersenaandoeningen leiden wereldwijd tot meer gezondheidsverlies dan hart- en vaatziekten

Meer samenwerking leidt tot effectievere inzet evidence-based medicatie

jun 2023 | Atherosclerose, Diabetes

Lees meer over Meer samenwerking leidt tot effectievere inzet evidence-based medicatie

Cardiovasculaire autonome neuropathie verhoogt risico op ‘stil infarct’

jun 2023 | Diabetes, Myocardinfarct

Lees meer over Cardiovasculaire autonome neuropathie verhoogt risico op ‘stil infarct’

15 jaar gezondheidswinst na 1 jaar intensieve leefstijlinterventie

jun 2023 | Diabetes

Lees meer over 15 jaar gezondheidswinst na 1 jaar intensieve leefstijlinterventie

Effectieve LDL-cholesterolverlaging zonder statines

jun 2023 | Atherosclerose, Diabetes

Lees meer over Effectieve LDL-cholesterolverlaging zonder statines

Voorspellers voor cardiovasculair risico en respons op statinebehandeling bij pediatrische SLE

jun 2023 | Atherosclerose, SLE

Lees meer over Voorspellers voor cardiovasculair risico en respons op statinebehandeling bij pediatrische SLE

JAK-POT: Niet meer MACE met JAK-remmers dan met bDMARDs

jun 2023 | RA

Lees meer over JAK-POT: Niet meer MACE met JAK-remmers dan met bDMARDs

Multidisciplinaire podcastserie: CMV-infectie;
Diagnostiek en management na transplantatie

jun 2024 | Niertransplantatie, Stamceltransplantatie, Virale infecties

Lees meer over Multidisciplinaire podcastserie: CMV-infectie;
Diagnostiek en management na transplantatie

ESC 2023 Highlights Podcasts

sep 2023

Lees meer over ESC 2023 Highlights Podcasts

Podcastserie over de zorg(en) van de oudere atriumfibrilleren patiënt - Podcast 3

dec 2020 | Ouderen

Lees meer over Podcastserie over de zorg(en) van de oudere atriumfibrilleren patiënt - Podcast 3

Podcastserie over de zorg(en) van de oudere atriumfibrilleren patiënt - Podcast 2

aug 2020 | Ouderen

Lees meer over Podcastserie over de zorg(en) van de oudere atriumfibrilleren patiënt - Podcast 2

Podcastserie over de zorg(en) van de oudere atriumfibrilleren patiënt - Podcast 1

apr 2020 | Ouderen

Lees meer over Podcastserie over de zorg(en) van de oudere atriumfibrilleren patiënt - Podcast 1
Geen digitale kranten gevonden.