Toevoegen van decitabine aan de voorbereiding voor patiënten die een stamceltransplantatie ondergaan verlaagt de kans op een recidief. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Marjan Cruijsen, internist-hematoloog in het Catharina ziekenhuis in Eindhoven.
In haar proefschrift gaat Cruijsen in op verschillende aspecten van de behandeling met azacitidine en decitabine bij acute myeloïde leukemie (AML) en myelodysplastisch syndroom (MDS). Ze constateerde onder meer dat er bij ouderen met AML en MDS grote verschillen in de wijze van toediening en het optreden van bijwerkingen zijn.
Uit onderzoek naar het werkingsmechanisme hierachter bleek dat azacitidine en decitabine het aantal regulerende immuuncellen doet afnemen en dat tegelijkertijd tumorcellen zichtbaarder worden voor het immuunsysteem. Cruijsen promoveerde 19 oktober jl. aan de Radboud Universiteit.
Bron: Radboud Universiteit