Onderzoekers uit het VK concluderen in The Lancet dat de introductie van het HPV-vaccinatieprogramma in Engeland heeft geleid tot een substantiële afname van de incidentie van baarmoederhalskanker en CIN3 bij jonge vrouwen, vooral in de groep die het vaccin kreeg aangeboden op de leeftijd van 12-13 jaar. Het programma heeft baarmoederhalskanker bijna geëlimineerd bij vrouwen geboren na 1 september 1995.
HPV-vaccinatie met een bivalent vaccin werd op 1 september 2008 geïntroduceerd in Engeland, waarbij routinevaccinatie werd aangeboden aan meisjes van 12-13 jaar met een inhaalprogramma voor meisjes van 14-18 jaar in 2008-2010. In deze observationele studie werd het vroege effect van dit programma op baarmoederhalskanker en graad 3 cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN3) gekwantificeerd. Er werden gegevens gebruikt van in totaal 13,7 miljoen jaar follow-up van vrouwen in de leeftijd van 20 tot < 30 jaar. De geschatte relatieve afname in het risico op baarmoederhalskanker naar leeftijd bij het aanbieden van het vaccin was 34% (95%-BI 25-41) voor de leeftijd van 16-18 jaar, 62% (52-71) voor de leeftijd van 14-16 jaar en 87% (72-94) voor de leeftijd van 12-13 jaar, ten opzichte van het niet-gevaccineerde referentiecohort. De overeenkomstige risicoreducties voor CIN3 waren 39% (95%-BI 36-41) voor degenen die het vaccin kregen aangeboden op de leeftijd van 16-18 jaar, 75% (72-77) voor de leeftijd van 14-16 jaar en 97% (96-98) voor leeftijd 12-13 jaar. Deze resultaten waren vergelijkbaar in meerdere modellen waarin voor verschillende confounders werd gecorrigeerd. De onderzoekers schatten dat er in de gevaccineerde cohorten op 30 juni 2019 448 (339-556) gevallen van baarmoederhalskanker minder dan verwacht waren en 17.235 (15.919-18.552) gevallen van CIN3 minder dan verwacht.