Biologicals kunnen de ontwikkeling van arthritis psoriatica bij patiënten met psoriasis tegengaan, zo blijkt uit een retrospectieve cohortstudie. De resultaten werden tijdens de 2023 AAD Annual Meeting getoond en beloond met een Poster Award.
Psoriasis (PsO) is een chronische inflammatoire huidaandoening die vaak voorafgaat aan arthritis psoriatica (PsA). Omdat biologicals ingezet kunnen worden bij zowel PsO als PsA, zijn deze middelen (theoretisch bezien) nuttig voor de preventie van PsA. Het is echter onduidelijk of het inzetten van biologicals bij PsO de ontwikkeling van PsA daadwerkelijk kan voorkomen. In een retrospectieve cohortstudie bij patiënten met matige tot ernstige PsO is de incidentie van PsA bepaald bij patiënten die wel en patiënten die niet behandeld werden met biologicals.
Het cohort bestond uit 4.695 nieuw gediagnosticeerde PsO-patiënten zonder artritis die een behandeling met lichttherapie ontvingen. De onderzoekers vergeleken de incidentie van PsA tussen de groep die lichttherapie ontving (n = 4.234) en de groep die na verloop van tijd overstapte op een biological (n = 461). De follow-up was 10 jaar. De incidentie voor PsA (per 1.000 persoonsjaren) in het hele cohort was 49,19. De incidentie van PsA in het lichttherapiecohort was 56,83 en in het cohort dat biologicals gebruikte 38,77 (aangepaste HR 0,69; 95%-BI 0,55-0,88; p = 0,003).
Deze resultaten suggereren dat het gebruik van biologicals de ontwikkeling van PsA bij PsO-patiënten kan verminderen. Verdere prospectieve, observationele studies of gerandomiseerde gecontroleerde studies met langdurige follow-up zijn wel nodig om het effect van een behandeling met biologicals voor PsO op de preventie en/of vertraging van de ontwikkeling van PsA nader te onderzoeken.
Bron: