Het zijn hoopgevende resultaten: 30% minder heup- en knieoperaties bij gebruik van colchicine, een eenvoudig, goedkoop medicijn waar veel ervaring mee is in de eerstelijnszorg. Dit bleek uit een onderzoek naar cardiovasculaire events waarbij ook is gekeken naar patiënten met artrose.1,2 Calin Popa, reumatoloog en onderzoeker aan de Sint Maartenskliniek, is enthousiast over deze uitkomsten. Dit najaar start hij een groot onderzoek waarin colchicine zal worden onderzocht bij 1400 patiënten met artrose in heup of knie. Vanuit het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen is hiervoor een subsidie toegekend van 8 ton.
Al jaren is de hypothese dat inflammatie een rol speelt bij hart- en vaatziekten. Ondanks gebruik van lipidenverlagende medicatie, bloeddrukverlagers en bloedverdunners ontwikkelen mensen namelijk toch nog relatief vaak een nieuw myocardinfarct of nieuwe beroerte, legt Popa uit. Circa 6 jaar geleden werden de resultaten bekend van de eerste studies met inflammatieremmende medicatie bij hart- en vaatziekten. In de CANTOS-studie bleek die een positief effect te hebben als toevoeging op de standaardmedicatie.3 Ook werd een verband aangetoond tussen cardiovasculaire ziekten en artrose: de artrose nam af door remming van het ontstekingsmechanisme. Popa: “De resultaten waren positief, maar het gebruikte middel was te duur om voor een grote patiëntenpopulatie ingezet te worden. Het gaf ons wel aanleiding om verder te zoeken.”
Significant minder cardiovasculaire gebeurtenissen
Jan Hein Cornel, cardioloog in het Radboudumc, heeft in de LoDoCo2-studie gekeken naar het effect van colchicine bij 5522 patiënten met chronische coronaire aandoeningen.1 Colchicine is een bekend middel tegen jicht dat in de eerste lijn voorgeschreven wordt, goedkoop is en goed wordt verdragen. Het risico op cardiovasculaire gebeurtenissen bleek significant lager (30%) bij degenen die eenmaal daags 0,5 mg colchicine kregen dan bij patiënten op placebo. Deze studie is gebruikt om specifiek te kijken naar de effecten op artrose. Popa: “Wij hebben in de studiepopulatie van LoDoCo2 geanalyseerd welke patiënten een knie- of heupoperatie moesten ondergaan vanwege artrose. Met colchicine bleek dat er 30% minder operaties voor een vervangend gewricht nodig waren vergeleken met de groep die placebo kreeg. Echter, niet iedereen die meedeed aan de LoDoCo2-studie had artrose, wat betekent dat deze resultaten minder goed te generaliseren zijn voor de hele groep artrosepatiënten. Om verdere uitspraken te kunnen doen, moeten de bevindingen juist in die groep verder bevestigd worden.”
Unieke studieopzet
Bijzonder is dat colchicine eerder in feite afgeschreven was als artrosemiddel. Popa legt uit dat er diverse onderzoeken en een meta-analyse zijn uitgevoerd met colchicine bij artrose. Recent nog is tijdens de EULAR 2023 een Deense studie besproken naar handartrose.4 Popa: “Gezegd werd dat we het hoofdstuk colchicine bij artrose definitief moesten sluiten. Maar, al deze studies hebben een ander primair eindpunt, namelijk reductie van pijn. Ook hebben ze een korte follow-up van maximaal 5-6 maanden en een kleinere patiëntenpopulatie met 36-150 patiënten per studie. Er is nog niet gekeken naar veranderingen in de artrose zelf, dus niet naar structurele uitkomsten! Om deze laatste goed te onderzoeken is vaak meer tijd nodig. De studie die wij dit najaar hopen te starten – genaamd de ECHO-trial – onderscheidt zich van de vorige studies met colchicine bij artrose en wellicht van andere studies naar artrose in het algemeen, die tot nu toe gedaan zijn. We hopen namelijk 1400 patiënten te gaan onderzoeken, verspreid over heel Nederland, met een follow-up van 3 jaar en een gewrichtsvervangende operatie als primaire uitkomstmaat. Dat maakt deze studie uniek. Het is dus niet de eerste studie met colchicine bij artrose, maar wel de eerste waarbij de potentiële DMOAD-eigenschap (disease-modifying osteoarthritis drug) van colchicine onderzocht gaat worden.”
Bijwerkingen
Eerder zijn studies gedaan naar artrose met andere ontstekingsremmende middelen waaronder methotrexaat, hydroxychloroquine en prednison. Methotrexaat lijkt te helpen bij vooraf geselecteerde patiënten met veel ontstekingen. Bij patiënten met inflammatoire erosieve handartrose lijkt behandeling met bisfosfonaten de gewrichtsschade te remmen, maar niet de klachten. Bovendien kennen deze middelen meer bijwerkingen, aldus Popa. Zoals vrijwel alle medicatie kent ook colchicine bijwerkingen. Dit zijn met name dosisafhankelijke gastro-intestinale bijwerkingen die in de meeste gevallen van voorbijgaande aard zijn. Ook komt spierpijn voor en in mindere mate een verstoorde nierfunctie.5 Positief noemt Popa het dat in de LoDoCo2-studie iedereen colchicine kreeg in een run-in-fase van een maand. Van hen kon slechts 10% het middel niet verdragen en moest ermee stoppen, waarna 90% werd gerandomiseerd en deelnam aan de studie. “Dit betekent dat verreweg de meeste mensen het middel goed konden verdragen en de kans klein was dat zij zouden stoppen met deelname vanwege de bijwerkingen. Vergelijkbare percentages van rond de 10% zijn gevonden in beide groepen – placebo en colchicine – die uit de studie zijn gestapt gedurende de follow-upperiode van 3,5 jaar. De conclusie lijkt dat er minder bijwerkingen zijn met colchicine dan met andere ontstekingsremmers, de werking effectiever is en het middel geschikt is voor een grotere patiëntenpopulatie.”
“Bijkomend voordeel is dat uit het onderzoek geen extra spierklachten en -schade naar voren kwamen”, vervolgt Popa. “Hier wordt altijd voor gewaarschuwd wanneer je colchicine wilt voorschrijven in combinatie met een statine.” In de cardiovasculaire studie van Cornel kreeg meer dan 95% van de deelnemers deze combinatie en dit leidde niet tot meer spierklachten bij de colchicine-gebruikers ten opzichte van placebo. Wel is het volgens Popa nog steeds verstandig om voorzichtig te blijven, vooral bij een combinatie van statines met meer dan 1 tablet (0,5 mg) colchicine per dag.
Klinische praktijk
Wat betekenen de uitkomsten tot nu toe voor de reumatologie? “Mijn boodschap is dat een ontstekingsremmend medicijn dus ook werkzaam kan zijn voor artrose. Bij artrose is er weliswaar een laaggradige inflammatie, maar het is wel degelijk aanwezig. Het is heel belangrijk dat we ons hiervan bewust zijn. Er is voldoende bewijs om te suggereren dat het zinvol is om met systemische onstekingsremmers artrose te behandelen. Kijk naar onze studie, de CANTOS-studie (interleukine 1-remming) of de HOPE-trial met prednison bij handartrose.6 Daarbij wil ik benadrukken dat we met colchicine een heel aantrekkelijk middel zouden kunnen hebben om in de toekomst knie- en heupartrose te behandelen: het is (nog) goedkoop, wordt verstrekt via de huisarts en kan in sommige gevallen een zware operatie uitstellen of zelfs voorkomen.” Als er voldoende bewijs is dat colchicine effectief is tegen artrose, kan het middel volgens Popa vrij snel beschikbaar komen voor artrosepatiënten. “Het middel is al op de markt en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en het Zorginstituut Nederland (ZIN) zijn al op de hoogte van het onderzoek en ondersteunen het. Echter, zo ver zijn we nog niet en dus moeten we de resultaten van deze studie nog een paar jaar afwachten voordat we hopelijk colchicine voor kunnen schrijven bij artrose.”
Referenties
1 Nidorf SM, Fiolet ATL, Mosterd A, et al. Colchicine in Patients with Chronic Coronary Disease. N Engl J Med 2020;383:1838-47.
2 Low-dose colchicine for secondary prevention of cardiovascular disease – LoDoCo2 trial
3 Ridker PM, Everett BM, Thuren T, et al. Antiinflammatory Therapy with Canakinumab for Atherosclerotic Disease. N Engl J Med 2017;377:1119-31.
4 Døssing A, Henriksen M, Ellegaard K, et al. Colchicine twice a day for hand osteoarthritis (COLOR): a double-blind, randomised, placebo-controlled trial. Lancet 2023;5:E254-62.
5 Bijsluiter | College ter Beoordeling Geneesmiddelen
6 Kloppenburg M. Inflammation is a relevant treatment target in osteoarthritis. Lancet 2023;402:1725-26.