Hoewel de variatie in het voorschrijven van FOLFIRINOX en nab-paclitaxel plus gemcitabine aan patiënten met een gemetastaseerd ductaal pancreasadenocarcinoom in Nederland is gedaald, kreeg tussen 2007 en 2016 nog circa een kwart van de patiënten monotherapie met gemcitabine.
Dat blijkt uit onderzoek van Anouk Latenstein (Amsterdam UMC) en collega’s op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). In de studie werden gegevens gebruikt van 8.726 patiënten met gemetastaseerd ductaal pancreasadenocarcinoom die tussen 2007 en 2016 zijn gediagnosticeerd en opgenomen in de NKR. Het gebruik van chemotherapie nam toe van 31% in de periode 2007-2011 naar 37% in de periode 2012-2016. De variatie in het gebruik van chemotherapie tussen de ziekenhuizen daalde van 12%-67% tussen 2007-2011 naar 20%-54% tussen 2012-2016. De algehele overleving van behandelde patiënten steeg van 5,6 maanden naar 6,4 maanden.
Latenstein concludeert dat, hoewel de overleving toenam, deze verbetering teleurstellend was. De bevindingen benadrukken dat een meer gestructureerde implementatie van nieuwe middelen nodig is.
Bron: IKNL