Uit een uitgebreide retrospectieve cohortstudie bij patiënten met grote netvliesscheuren is onder andere gebleken dat mannen hier vaker last van hebben dan vrouwen en dat aanwezigheid van een scheur in het ene oog een risicofactor is voor netvliesloslating in het andere oog. Dit kan niet worden verklaard op basis van klinische kenmerken. De onderzoekers beargumenteren dat genetische risicofactoren bijdragen aan het ontstaan van de reuzenscheuren.
Afbeelding: Natali Mis / stock.adobe.com
In een retrospectieve cohortstudie uitgevoerd in het Radboudumc werd gekeken naar klinische kenmerken, behandeling en postoperatieve uitkomsten bij patiënten met scheuren die ten minste een kwart van het netvlies bestreken. De onderzoekers bestudeerden 222 ogen van 206 patiënten met primaire en niet-traumatische reuzenscheuren. Ze keken naar postoperatieve uitkomsten en probeerden ook risicofactoren voor netvliesloslating in het andere oog te ontdekken.
Ruim 4 op de 5 onderzochte patiënten (86%) waren man. Bijna 70% van deze patiënten had myopie, maar de grootte van de netvliesscheur hing niet samen met de refractieafwijking. Opvallend was dat ongeveer een derde van de patiënten met een grote scheur in het ene oog uiteindelijk een netvliesloslating in het andere oog kreeg. Dit gebeurde na een mediane tijdsperiode van 20 maanden, maar bij 10% van de patiënten zelfs binnen een maand. In het Radboudumc is het advies daarom om zo snel mogelijk, het liefst binnen een maand, preventieve laserbehandeling uit te voeren in het oog zonder netvliesscheur. Klinische kenmerken hadden een beperkte voorspellende waarde voor de netvliesloslating in het andere oog. De auteurs beargumenteren dat genetische factoren een rol spelen bij het ontstaan van de grote netvliesscheuren.
Bron:
Govers BM, van Huet RAC, El Kandoussi M, et al. Risk factors and management of primary giant retinal tears. Acta Ophthalmol. 2023;dec 26.