Op 23 november 2023 promoveerde Freek Teunissen aan de Universiteit Utrecht op zijn proefschrift ’MRI-guided radiotherapy for localized prostate cancer: clinical evaluation and development of erectile function-preserving treatment’. Als promotor trad op prof. dr. H.M. Verkooijen; copromotoren waren dr. J.R.N. van der Voort van Zyp en dr. H.H.E. van Melick. Freek Teunissen is momenteel werkzaam als aios radiotherapie in het Radboudumc.
Wat was het doel van je promotieonderzoek?
Het doel was de klinische evaluatie van de MR-Linac en de ontwikkeling van een erectiele functiebehoudende behandeling voor gelokaliseerde prostaatkanker. De MR-Linac is een bestralingsapparaat en MRI-scanner ineen. Sinds 2018 worden patiënten met deze nieuwe techniek behandeld. Doordat direct voor en tijdens de uitwendige bestralingsbehandeling MRI-scans kunnen worden gemaakt, kunnen de prostaat en omliggende gezonde organen beter in kaart worden gebracht en de beweging en vormverandering worden gevolgd. Het bestralingsplan kan daarop worden aangepast, om zo straling op het gezonde weefsel te minimaliseren en bijwerkingen te voorkomen. We hebben een prospectief cohort opgezet om de uitkomsten van MRI-gestuurde adaptieve bestraling te vergelijken met conventionele behandelingen (prostatectomie, CT-gestuurde uitwendige bestraling en brachytherapie).
Wat wil jij dat de klinische dokter van jouw onderzoek weet?
We hebben gezien dat de behandeling van gelokaliseerde prostaatkanker in 5 fracties op de MR-Linac veilig is en goed wordt verdragen door patiënten. Voornaamste voordeel op dit moment is dat er geen goudmarkers hoeven te worden geplaatst en de behandeling dus volledig non-invasief is. De toxiciteit is niet hoger vergeleken met conventionele radiotherapie en mogelijk lager. MRI-gestuurde bestralingsbehandeling is volop in ontwikkeling, waardoor bestralingsmarges steeds verder kunnen worden verkleind en bijwerkingen potentieel verminderd. Ook is het mogelijk om structuren te sparen die op CT niet goed zichtbaar zijn, maar op MRI wel. We hebben een studie opgezet om te kijken of het sparen van onder andere de neurovasculaire bundel en de arteria pudenda interna tijdens het bestralen van de prostaat kan leiden tot minder erectiele disfunctie na bestraling.
Wat was het meest frustrerende onderdeel van je onderzoek?
Het wachten. Ik startte een nieuwe onderzoekslijn, te beginnen met het opzetten van een prospectief cohort waarin alle patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker die in de regio werden behandeld worden vervolgd, om de MRI-gestuurde behandeling te vergelijken met reguliere behandelingen zoals CT-gestuurde uitwendige bestraling en prostatectomie. Voor zo’n cohort ben je van allerlei dingen afhankelijk: goedkeuring van de METC, een systeem voor dataopslag, een systeem om digitale en papieren vragenlijsten naar deelnemers te versturen en te verwerken. En dat kost tijd. Gelukkig had de afdeling radiotherapie van het UMCU al ervaring met dergelijke cohorten voor andere tumorsoorten en kreeg ik veel hulp van collega-onderzoekers. Nadat het cohort eindelijk ‘live’ was, begon het echte wachten: het moest worden gevuld met genoeg patiënten met voldoende lange follow-up om erover te kunnen publiceren. Dat kostte 2 jaar. Gelukkig kon ik ondertussen werken aan een erectiele functiebehoudende bestralingsbehandeling voor gelokaliseerde prostaatkanker.
Welk moment/inzicht bracht een doorbraak?
De doorbraken waren vaak klein, maar leidden samen wel tot iets groots. Allereerst vonden we dat het goed mogelijk was de neurovasculaire structuren, zoals de neurovasculaire bundel en de arteria pudenda interna, in te tekenen op door MR-Linac gegenereerde 1,5T MRI’s. Vervolgens dat we deze structuren in een gesimuleerde setting konden sparen, waarbij nog voldoende dosis op de prostaat en de tumor kwam. Daarna de eerste patiënt die succesvol in trialverband zenuw- en vaatsparend op de prostaat werd bestraald. Inmiddels zijn 70 patiënten bestraald. We wachten nu op de primaire uitkomst: patiënt-gerapporteerde erectiele functie op 3 jaar na behandeling.
Wat is de vervolgvraag die voortkomt uit jouw onderzoek?
Het onderzoek naar de erectiele functiebehoudende bestraling van prostaatkanker is in volle gang. Heel interessant worden de uitkomsten van de ERECT-trial: als die positief blijken, is een volgende stap het opzetten van een gerandomiseerde studie. Erectiesparende technieken voor bestraling van andere tumorgroepen, zoals rectum, zijn in theorie ook mogelijk. De vraag is of daar behoefte aan is en of het in de praktijk te bewerkstelligen is.
Ook MRI-gestuurde adaptieve radiotherapie is volop in ontwikkeling. Door onder andere artificiële intelligentie is het steeds beter mogelijk een tumor ook gedurende de bestraling te volgen en de bestraling daarop aan te passen. Dit biedt kansen voor radiotherapie voor tumoren zoals nier- en pancreastumoren die vanwege hun beweeglijkheid en nabijheid van gezonde organen voorheen niet goed te bestralen waren. MRI-gestuurde bestraling kan daarmee een alternatief worden voor invasieve behandelmethoden.
Wat neem je zelf mee uit jouw promotieonderzoek? Wat zijn jouw volgende stappen?
Bij gelokaliseerde prostaatkanker die niet actief kan worden vervolgd (active surveillance) is opereren vaak een goede optie, maar bestralen is dat ook. En niet alleen voor de niet fitte, oudere patiënt. MRI-gestuurd bestralen heeft veel potentie voor indicaties waarvoor nu invasieve behandelopties de standaardbehandeling zijn. Ik wil doorgaan met het onderzoek naar non- of minimaal invasieve behandelmethoden, met als uiteindelijk doel zo goed mogelijke tumorcontrole met zo min mogelijk bijwerkingen, dus optimale kwaliteit van leven voor de patiënt.
Seksualiteit rondom een kankerbehandeling is vaak onderbelicht. Deels door tijdgebrek, deels door ongemak van patiënt én arts. Ik vind het belangrijk dat bespreekbaar te maken. Zeker bij prostaatkanker moeten patiënten goed op de hoogte zijn van mogelijk tegenvallende gevolgen van de behandeling. Ook al omdat we weten dat er in het herstelproces dan beter met bijwerkingen kan worden omgegaan. Hier is nog veel ruimte voor onderzoek en verbetering.