Vagale stimulatie in combinatie met revalidatie is een nieuwe potentiële behandelstrategie voor patiënten met een langdurig, matig tot ernstig verminderde armfunctie na een ischemische beroerte. Dat schrijven onderzoekers van de VNS-REHAB-studie in The Lancet.
In deze gerandomiseerde, geblindeerde, sham-gecontroleerde studie (NCT03131960) die werd uitgevoerd in 19 revalidatiecentra in het VK en de VS, werd beoordeeld of stimulatie van de nervus vagus in combinatie met revalidatie een veilige en effectieve behandeling is om de armfunctie na een ischemische beroerte te verbeteren.
Stimulatiepulsen
Deelnemers met matig tot ernstig krachtverlies in een arm, ten minste 9 maanden na ischemische beroerte, werden 1:1 gerandomiseerd naar revalidatie plus nervusvagusstimulatie (VNS-groep) of revalidatie plus sham-stimulatie (controlegroep). Randomisatie werd gestratificeerd naar regio (VS vs. VK), leeftijd (≤ 30 jaar vs. > 30 jaar) en de Fugl-Meyer Assessment-Upper Extremity (FMA-UE) score op baseline (20-35 vs. 36-50). Deelnemers, beoordelaars en behandelend artsen waren geblindeerd. Bij alle deelnemers werd een device voor nervusvagusstimulatie geïmplanteerd. De VNS-groep ontving tijdens het uitvoeren van bewegingen stimulatiepulsen van 0,8 mA, 100 μs en 30 Hz, die 0,5 s duurden. De controlegroep ontving pulsen van 0 mA. Alle deelnemers kregen 6 weken therapie in de kliniek (3 keer per week; in totaal 18 sessies) gevolgd door een oefenprogramma thuis. De primaire uitkomstmaat was de verandering in de FMA-UE-score op de eerste dag na voltooiing van de therapie in de revalidatiekliniek. De responspercentages van FMA-UE werden ook 90 dagen later beoordeeld (secundair eindpunt).
Armfunctie beter na VNS
Tussen 2 oktober 2017 en 12 september 2019 werden 108 deelnemers gerandomiseerd (53 naar de VNS-groep en 55 naar de controlegroep). 106 patiënten voltooiden het onderzoek (één patiënt per groep voltooide het onderzoek niet). Op de eerste dag na voltooiing van de therapie in de revalidatiekliniek was de gemiddelde FMA-UE-score toegenomen met 5,0 punten (SD 4,4) in de VNS-groep en met 2,4 punten (3,8) in de controlegroep (verschil tussen de groepen: 2,6; 95%-BI 1,0-4,2; p = 0,0014). 90 dagen later werd een klinisch relevante FMA-UE-respons bereikt bij 23 (47%) van 53 patiënten in de VNS-groep versus 13 (24%) van 55 patiënten in de controlegroep (verschil tussen de groepen: 24%; 6-41; p = 0,0098). In de controlegroep werd één ernstige bijwerking, gerelateerd aan de operatie, gemeld (stembandverlamming).
Ook interessant voor u: Kan linolzuur een beroerte helpen voorkomen?
Bron: