De eGFR blijkt predictief te zijn voor de overleving van patiënten met sclerodermie, zo blijkt uit een analyse van de EUSTAR-database. De eGFR is echter geen risicofactor voor overlijden bij patiënten met een renale crisis.
Het doel van deze analyse was om de geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR), de associatie ervan met klinische ziekte en het voorspellende vermogen voor de mortaliteit te evalueren bij patiënten met systemische sclerose (SSc) uit de EUSTAR-database. Voor alle SSc-patiënten werd een afkapwaarde van 60 ml/min gekozen en voor patiënten met een renale crisis (SRC) werd deze vastgesteld op 30 ml/min.
In totaal werden 3650 SSc-patiënten geïncludeerd. De gemiddelde serumspiegel van creatinine en de eGFR waren 0,8 mg/dl (IQR 0,6-0,9) en 86,6 ± 23,7 ml/min. De eGFR was significant lager bij patiënten met pulmonale hypertensie. De totale overleving (OS) was significant verminderd bij SSc-patiënten met een eGFR < 60 ml/min ten opzichte van patiënten met een eGFR ≥ 60 ml/min (OS na 5 jaar 0,763 (95%-BI 0,700-0,814) vs. 0,903 (95%-BI 0,883-0,919); p < 0,001). In multivariabele analyse was de OS geassocieerd met mannelijk geslacht (p < 0,01), systolische pulmonale arteriële druk (sPAP; p < 0,001) en eGFR (p < 0,001). De cumulatieve incidentie van sterfgevallen als gevolg van SSc was geassocieerd met een verhoogde sPAP (p < 0,001) en een lagere eGFR (p < 0,05). Bij de 53 SRC-patiënten was de OS na 5 jaar niet significant verschillend bij eGFR > 30 ml/min of eGFR < 30 ml/min.
Bron:
Gigante A, Hoffmann-Vold AM, Fegatelli DA, et al. Estimated glomerular filtration rate is a marker of mortality in the European Scleroderma Trials and Research Group (EUSTAR) database. Rheumatology (Oxford). 2021 Mar 26. Online ahead of print.