Uit een enquête van het LUMC blijkt dat nierpatiënten hun toekomst vaker willen bespreken met hun nefroloog, met name vrouwen. De resultaten zijn gepubliceerd in Clinical Kidney Journal.
163 mensen vulden de enquête in, waarvan 26 dialysepatiënten, 92 niertransplantatiepatiënten en 45 mensen met chronische nierziekte (CKD) die niet in de andere groepen vallen. De meeste patiënten denken soms (56%) of vaak (35%) na over hun toekomst. De CKD-groep die vaak nadenkt over hun toekomst is een stuk groter (62%) dan die in de dialysegroep (19%) en transplantatiegroep (26%).
Mensen met een chronische nierziekte bespreken hun toekomst ook vaker met hun nefroloog (62%) dan de andere groepen (50% en 44%). Een kwart van de CKD-groep doet dit niet, maar heeft er wel behoefte aan. In de dialysegroep is dat 11% en in de transplantatiegroep 20%. Mensen die dialyse krijgen willen het vaakst hun toekomst liever niet bespreken (23%). Vrouwen rapporteren vaker dat zij nadenken over hun toekomst dan mannen, maar bespreken dit minder vaak met hun nefroloog. Onder de mensen die hun toekomst niet bespreken, is de groep die daar wel behoefte aan heeft bovendien grotendeels vrouw.
Bijna driekwart van de deelnemers wil meer informatie over hun prognose, ook als die negatief is. Belangrijke onderwerpen zijn labwaardes, symptomen en fysieke gesteldheid. Dialysepatiënten geven mentale gezondheid prioriteit over het fysieke welzijn.
Bron: