De hypothese van biomedisch ingenieur dr. Aurélie Carlier en farmacoloog prof. dr. Roos Masereeuw is dat medicijnen tegen hart- en vaatziektes afvaltransport bij nierpatiënten blokkeren of verminderen. Om hun hypothese te onderzoeken combineren ze labexperimenten met een computermodel.
Bij patiënten met chronische nierschade hopen afvalstoffen zich op in het bloed, waardoor een verhoogd cardiovasculair risico ontstaat. Patiënten krijgen tegen deze cardiovasculaire complicaties medicijnen die uitgescheiden moeten worden door de nieren, maar daar zit volgens Carlier (Universiteit Maastricht) en Masereeuw (Universiteit Utrecht) een potentieel probleem. Bepaalde afvalstoffen worden namelijk door dezelfde transportsystemen uit het bloed verwijderd als deze medicijnen, waardoor bij het uitscheiden een concurrentiestrijd ontstaat tussen de medicijnen die nodig zijn vanwege de effecten van opgehoopte afvalstoffen en de afvalstoffen zelf.
Of dit idee klopt, gaan Carlier en Masereeuw uitzoeken met een Kolff+beurs van de Nierstichting. Omdat het onmogelijk is om alle combinaties van afvalstoffen en medicijnen in het lab te onderzoeken, maken ze gebruik van een (wiskundig) computermodel. Dat model kan op basis van bevindingen uit het lab voorspellingen doen over hoe medicatie de uitscheiding van afvalstoffen kan beïnvloeden. De onderzoekers hopen over 3 jaar te weten welke medicijnen het transport van afvalstoffen blokkeren of verminderen, en welke alternatieven dan geboden kunnen worden.
Bron: