Onderzoekers uit Reykjavik concluderen in Blood Cancer Journal dat de huidige referentie-intervallen voor serum vrije lichte ketens (FLC) en de FLC-ratio niet geschikt zijn voor gebruik bij patiënten met een chronische nierziekte. Ze stellen dan ook voor om nieuwe op eGFR gebaseerde referentie-intervallen te gebruiken.
De concentratie van serum FLC wordt sterk beïnvloed door de nierfunctie. Om die reden wilden de onderzoekers met behulp van een groot prospectief populatie-gebaseerd cohort meer betrouwbare referentie-intervallen vaststellen voor FLC’s bij personen met een chronische nierziekte. Serum van 75.422 deelnemers aan de Iceland Screens, Treats or Prevents MM (iStopMM)-studie werd geanalyseerd met eiwitelektroforese, immunofixatie en FLC-analyse. De geschatte glomerulusfiltratiesnelheid (eGFR) werd berekend op basis van serumcreatinine. Er werden 99%-referentie-intervallen bepaald en 95%-betrouwbaarheidsintervallen berekend.
Uiteindelijk werden 6.461 deelnemers (12%) geïncludeerd met een eGFR < 60 ml/min/1,73 m2 die geen nierfunctievervangende therapie kregen en zonder bewijs voor monoklonaliteit. Bij gebruik van de huidige referentie-intervallen hadden 60% en 21% van de deelnemers kappa- en lambda-FLC-waarden buiten het normale bereik. De FLC-ratio lag bij 9% van de deelnemers buiten het standaard referentie-interval (0,26-1,65) en bij 0,7% buiten het eerder gepubliceerd nierreferentie-interval (0,37-3,10).
Er werden dan ook nieuwe referentie-intervallen voor FLC’s en de FLC-ratio vastgesteld op basis van de nierfunctie. Voor de FLC-ratio waren deze respectievelijk 0,46-2,62; 0,48-3,38 en 0,54-3,30 voor groepen met eGFR 45-59, 30-44 en < 30 ml/min/1,73 m2. De onderzoekers concluderen dat deze waarden ook goed presteerden bij dialyse- en transplantatiepatiënten. Wanneer deze nieuwe referentie-intervallen werden gebruikt was de prevalentie van LC-MGUS 0,5%.
Bron: