De nieuwe richtlijn Toxiciteitsmonitoring maakt inzichtelijk hoe en hoe vaak op toxiciteit gemonitord moet worden bij gebruik van verschillende farmacologische behandelopties voor inflammatoire (reumatische) aandoeningen.
De farmacologische behandelopties voor inflammatoire (reumatische) aandoeningen zijn tegenwoordig ruim. Het gebruik van deze middelen zorgt ervoor dat deze aandoeningen vaak goed te behandelen zijn. Maar er kunnen ook bijwerkingen ontstaan.
Er was nog geen overkoepelend protocol of richtlijn beschikbaar die bij het gebruik van glucocorticoïden, conventionele synthetische disease-modifying antirheumatic drug (DMARD’s), biologic (b)DMARD’s en targeted synthetic (ts)DMARD’s inzichtelijk maakt hoe groot de kans is dat bepaalde toxiciteit ontstaat en hoe dit bij elk middel gemonitord moet worden.
Daardoor is er in de praktijk veel verschil in de aard en frequentie van monitoring. Zo ontstond ook de vraag over de zinnigheid van sommige diagnostische testen (zoals de X-thorax voor start van methotrexaat) om toxiciteit te voorkomen of ontstaan ervan op tijd op te sporen.
De richtlijn focust zich op de monitoring op toxische effecten bij het gebruik van bovengenoemde middelen. Er worden ook aanbevelingen gedaan die mogelijk aanleiding tot de-implementatie geven. Bijvoorbeeld de aanbeveling om niet standaard een X-thorax te verrichtten vóór start met methotrexaat.
Bron: