Al meer dan twintig jaar is er aandacht voor het samenspel tussen inflammatie en atherosclerose, ook bij patiënten met nierschade. “Toch is er nog ongelofelijk veel uit te zoeken en te winnen op dit gebied”, aldus Willem Bax.
Volgens Willem Bax, internist-nefroloog en vasculair geneeskundige bij Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar, weten de meeste cardiovasculair geïnteresseerde medisch specialisten vooral veel over de bekende, traditionele risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals bloeddruk, cholesterol en lifestyle, maar nog weinig over de invloed van inflammatie. “De rol van inflammatie in het ontstaan van cardiovasculaire problemen is nog altijd een onderschoven kindje”, aldus Bax.
En dat terwijl er in de afgelopen ruim twintig jaar enorm veel ontwikkelingen zijn geweest op dit gebied. Bax vertelt dat Harvard-hoogleraar Paul Ridker degene is die het onderwerp op de kaart heeft gezet. “Vlak voor de eeuwwisseling toonde zijn onderzoek als eerste aan dat bij gezonde personen verhoogde high-sensitivity C-reactive protein (hsCRP) en interleukine-6 (IL-6) waarden belangrijke risicofactoren zijn voor atherosclerotische events, zoals myocardinfarcten, beroertes en cardiovasculaire sterfte. Bovendien vonden Ridker en zijn collega’s rond 2005 dat statines belangrijke anti-inflammatoire eigenschappen hebben; ze blijken niet alleen effectief in het verlagen van cholesterol, maar ook van hsCRP.”
Later, in 2017, presenteert Ridker de eerste resultaten van de dubbelblinde, gerandomiseerde CANTOS-studie waarin canakinumab, een monoklonaal antilichaam dat zich richt tegen IL-1β, wordt vergeleken met placebo bij patiënten met hart- en vaatziekten en een verhoogd hsCRP. In de canakunimab-groep traden 15% minder cardiovasculaire events op. Het effect van dit ‘proof-of-concept’-onderzoek is duidelijk: het verminderen van inflammatie helpt om atherosclerotische events te voorkomen. Maar wanneer Ridker een soortgelijk onderzoek uitvoert met het goedkopere en beter verkrijgbare methotrexaat, blijkt dat geen effect te hebben. Het is dus niet zo dat elke inflammatieremmer werkt.
“Ook in Nederland werden vergelijkbare positieve resultaten gevonden voor het anti-inflammatoire middel colcichine in de LoDoCo2-studie”, vertelt Bax (zie kader). “Er waren 31% minder atherosclerotische events in de groep die colcichine kreeg vergeleken met placebo. Omdat nog onduidelijk is hoe we deze resultaten kunnen verklaren, zijn we nu in vervolgonderzoek op zoek naar het mechanisme achter de werking van colcichine. We weten ondertussen dat dat gezocht moet worden in de neutrofiele granonulocyt en dat er IL-6 verlaging optreedt.”
Bax verwacht in de nabije toekomst nog veel meer middelen die verschillende targets in de inflammatoire pathways kunnen aanvallen en op die manier het effect van inflammatie kunnen wegnemen. “Nu doen we dat nog met monoklonale antilichamen, maar voor de enorme patiëntenpopulatie met hart- en vaatziekten is dat niet haalbaar omdat het een buitengewoon kostbare therapie is. Gelukkig zijn er waarschijnlijk ook andere opties. Naast statines blijken bijvoorbeeld ook sommige diabetesmedicijnen zoals de GLP1-agonist semaglutide een daling van het CRP te kunnen geven en bovendien effectief te zijn in het voorkomen van atherosclerotische events. Het uiteindelijke doel is om – liefst orale en betaalbare – middelen te vinden of te ontwikkelen die specifiek gericht zijn op bepaalde onderdelen van de ingewikkelde inflammatoire pathway.”
Inflammatie en atherosclerose: mechanismen
In de laatste decennia is duidelijk geworden dat atherosclerose veel meer is dan simpelweg een ophoping van lipiden in de slagaderwand. Zo weten we nu dat er bij atherosclerose lokaal in de vaatwand een chronische ontstekingsreactie bestaat. Het aantal witte bloedcellen (zoals monocyten en macrofagen) staat in verhouding tot de grootte van de atherosclerotische laesie, maar de ontstekingseffecten zijn niet beperkt tot de plaque. Ook systemisch neemt de productie van monocyten toe en veranderen de circulerende monocyten hun fenotype.
Bij nierpatiënten ontstaat atherosclerose nog eerder en sneller dan bij mensen zonder nierproblemen. Dat komt doordat chronische nierschade (net als verschillende andere cardiovasculaire risicofactoren) een systemische, chronische laaggradige inflammatie veroorzaakt, resulterend in atherosclerotische laesies, vasculaire verkalking en -veroudering, myocardiale fibrose en verkalking van hartkleppen. Hierdoor is chronische nierschade een onafhankelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten.
De Low-Dose Colchicine in Coronary Disease (LoDoCo) studie
Colchicine is een oud en goedkoop generiek anti-inflammatoir middel dat goed werkt bij jicht en pericarditis. Bij patiënten die colchicine gebruiken voor jicht lijkt het óók te beschermen tegen hartaanvallen, mogelijk via het remmen van ontsteking in de vaatwand. In een kleine Australische studie – het eerste LoDoCo-onderzoek – werd aangetoond dat een lage dosis (0,5 mg, 1 d.d.) colchicine het risico op een hartinfarct of herseninfarct inderdaad aanzienlijk vermindert.
Om de bevindingen uit de eerste LoDoCo-studie te bevestigen, werd tussen 2016 en 2018 het grotere LoDoCo2-onderzoek uitgevoerd bij patiënten met stabiel coronairlijden. Aan het onderzoek werkten cardiologen uit dertig Nederlandse en negen Australische ziekenhuizen mee en werden 5.522 patiënten gerandomiseerd naar behandeling met colcichine of placebo, beide in aanvulling op lipidenverlagende en antitrombotische therapie. Na een mediane follow-upduur van 29 maanden bleek colchicine het risico op het primaire samengestelde eindpunt (cardiovasulaire sterfte, myocardinfarct, ischemische beroerte of ischemiegedreven coronaire revascularisatie) met 31% te verminderen vergeleken met placebo.
De Nederlandse tak van de LoDoCo2-studie wordt geleid door prof. dr. Jan-Hein Cornel, cardioloog bij Noordwest Ziekenhuisgroep (Alkmaar) en Radboudumc (Nijmegen) en dr. Arend Mosterd, cardioloog in het Meander Medisch Centrum (Amersfoort).
Nieuwe studies bij nierpatiënten: CANTOS en ZEUS
Tot nu toe is er nog weinig bekend over de behandeling van inflammatie om atherosclerotische events te voorkomen bij nierpatiënten, maar daar komt binnenkort verandering in. Begin april zullen het tijdens het jaarlijkse congres van de American College of Cardiology (ACC) nieuwe resultaten gepresenteerd worden van de CANTOS-studie. In deze secundaire analyses is het risico op atherosclerose als gevolg van inflammatie ook onderzocht in relatie tot chronische nierschade.
Daarnaast is recent de internationale ZEUS-studie gestart in verschillende nefrologische centra in Nederland. In deze fase III-trial vanuit Novo Nordisk wordt onderzocht wat het effect is van het remmen van ontsteking met ziltivekimab op atherosclerose en de nierfunctie, ook bij patiënten met gevorderde chronische nierschade met een eGFR tussen de 15 en 60 ml/min/1,73m2. Bax: “De gedachte is dat het verband tussen inflammatie en atherosclerose nog sterker een rol speelt bij patiënten met nierschade. Bovendien is het leuke aan de ZEUS-studie dat ziltivekimab een monoklonaal antilichaam is dat weer op een andere plaats in de inflammatoire pathway ingrijpt; namelijk op IL-6.”