Het risico op chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH) na ziekenhuisopname vanwege COVID-19 is laag. Het eenvoudig scoren van risico is een effectieve manier om patiënten te screenen voor verder onderzoek. Dat zijn de conclusies uit een Engelse studie.
Longembolie (PE) is een erkende complicatie van infectie met coronavirus COVID-19, met chronische trombo-embolische longziekte met en zonder pulmonale hypertensie (CTEPD/CTEPH) als mogelijke levensbeperkende gevolgen. Tot op heden is de last van CTEPD/CTEPH onduidelijk, en optimale en kosteneffectieve screeningstrategieën moeten nog ontwikkeld worden.
De onderzoekers evalueerden het aantal verwijzingen vanwege CTEPD/CTEPH naar het UK nationale multidisciplinaire team (MDT) in de periode 2017-2022. Doel was om de nationale incidentie van CTEPD/CTEPH te bepalen die mogelijk was toe te wijzen aan COVID-19-geassocieerde PE, met historische vergelijkingsjaren. Alle individuele gevallen van vermoede CTEPH werden geanalyseerd door het MDT voor bewijs voor associatie met COVID-19. In een apart multicentercohort werd de kans berekend om CTEPH te ontwikkelen na ziekenhuisopname vanwege COVID-19. De berekening gebeurde met eenvoudige klinische parameters (symptomen, NT-proBNP (N-terminal pro-brain natriuretic peptide) en ECG), gemiddeld 5 maanden na ontslag uit het ziekenhuis.
In het tweede jaar van de pandemie was het aantal CTEPH-diagnoses weer op pre-pandemisch niveau (23,1 versus 27,8 gevallen per maand). Van 334 bevestigde gevallen van CTEPD/CTEPH werd bij 4 patiënten met CTEPH de mogelijke relatie met COVID-19 PE vastgesteld, en bij 3 patiënten met CTEPD zonder PH.
Van 1.094 patiënten (gemiddelde leeftijd 58 jaar, 60% man) die waren opgenomen met COVID-19, hadden 11 hoog risico op CTEPH bij follow-up. Bij geen van hen was de CTEPH-diagnose vastgesteld door het MDT.
Bron: