De een is al 10 jaar verpleegkundig specialist dialyse, de ander is bijna klaar met haar opleiding. Maar zowel Anita de Vette (49) als Nomi Schreuder (31) is trots op haar jonge vak.
Na dit interview gaat Anita de Vette naar de Nationale Carrièrebeurs om studenten te vertellen over haar werk. Aan enthousiasme geen gebrek: ze wilde altijd al verpleegkundige worden. “Maar toen ik mijn diploma verpleegkundige A had behaald, kreeg ik last van mijn pols. Op de afdeling dialyse werd mijn pols het minst belast. Bovenal was de sfeer geweldig: er lagen veel patiënten uit de Amsterdamse Jordaan. Dat was natuurlijk lachen.”
Ook Nomi Schreuder – net een paar dagen terug uit de Verenigde Staten, waar ze stage liep – wist al snel dat haar hart bij de nefrologie lag. “Toen ik in mijn tussenjaar onverwacht in het ziekenhuis belandde, ondersteunde een verpleegkundige mij op een angstig moment en hielp me er doorheen. Ik dacht: dit wil ik ook voor anderen doen. Wat me aanspreekt in de nefrologie? De complexiteit. Je moet kunnen puzzelen als iemand ontregeld raakt.”
Stap extra
Maar beide verpleegkundigen wilden meer kunnen betekenen voor patiënten. “Toen het vak verpleegkundig specialist in opmars kwam, leek de tweejarige hbo-master me een uitgelezen kans voor meer verdieping”, vertelt De Vette. “Je blijft verpleegkundig werk doen, maar krijgt er een stukje medisch domein bij.” Schreuder: “Nadat ik terugkwam van reizen en werken in Australië en Indonesië hoopte ik weer in de nefrologie te kunnen gaan werken. Precies toen kwam er een vacature vrij voor een plek als verpleegkundige in opleiding tot specialist dialyse in het de Noordwest Ziekenhuisgroep. Ik volg de opleiding nu sinds september 2021 en ben bijna klaar.”
Pionieren
De invulling van de functie is soms nog pionierswerk, merken De Vette en Schreuder. “Ik ben de eerste verpleegkundig specialist op de afdeling hemodialyse”, lacht Schreuder. “Vooralsnog ben ik vooral het eerste aanspreekpunt voor patiënten en dialyseverpleegkundigen. Daarnaast loop ik visites: overdag zien we op de afdeling zo’n 80 patiënten per week in vier shifts. Aanvankelijk deed ik de visite samen met de nefroloog, nu zelfstandig met supervisie.” Haar taakinvulling overlapt deels met de werkzaamheden van De Vette. “Ook ik loop visites voor de 130 chronische dialysepatiënten die we overdag zien. Daarin rouleer ik met de nefroloog; door de afwisseling blijven we scherp op elkaar.”
Acute en transplantatiezorg
Maar in de 10 jaar dat De Vette nu werkt als verpleegkundig specialist, zijn haar verantwoordelijkheden flink toegenomen. “Zo vang ik ook acute patiënten op en soms brengt de ambulance een benauwde patiënt rechtstreeks naar de afdeling. Ook schrijf ik veel meer middelen voor dan toen ik net begon. Je groeit in het proces. Verder geef ik onderwijs aan verpleegkundigen en begeleid ik artsen in opleiding tot specialist. Tot slot bereid ik het traject voor van mensen die een niertransplantatie krijgen. Verder heb ik overleg met het Amsterdam UMC – waar de transplantaties plaatsvinden – over patiënten waarover we twijfels hebben.”
Laagdrempelig contact
Naast hun eigen taken bestaat een belangrijk deel van het werk uit coördineren en samenwerken. Zo zitten ze allebei het multidisciplinair overleg voor. Schreuder: “Ook zit ik de ochtendoverdracht voor. Verder ben ik het eerste aanspreekpunt voor de familie en word ik opgeleid om patiënten te beoordelen met een dreigende acute dialyse-indicatie.” De Vette vult aan: “Daarnaast hebben wij veel laagdrempelig contact met de eerste lijn: de huisarts, de thuiszorg en het verpleeghuis, maar ook de diëtist, maatschappelijk werk en soms andere medisch specialisten. Wij zijn echt de spil tussen het verpleegkundig en medisch domein.”
Vertrouwen
Natuurlijk zijn er grenzen aan wat de verpleegkundig specialist kan. “We nemen taken over van de nefroloog, maar we zijn vooral een aanvulling. We doen het samen”, schetst De Vette. “Als ik een afwijkend bloedbeeld zie op een ander specialistisch vakgebied bij een patiënt waarover ik twijfels heb, kan ik wel een vermoeden hebben, maar vraag ik de nefroloog erbij.” Schreuder: “Daar sluit ik me bij aan, met de aanvulling dat een succesvolle samenwerking gebaseerd is op vertrouwen. Het is belangrijk dat de nefroloog erop vertrouwt dat wij handelen binnen onze bevoegdheid en bekwaamheid. En andersom dat wij onze blinde vlekken kennen en bij de specialist terecht kunnen bij twijfel of vragen.”
Uitleg
De samenwerking met de nefrologen loopt soepel. De Vette: “Maar toen ik net begon, kreeg ik nog weleens een arts van buiten de afdeling aan de telefoon die zei: met jou doe ik geen zaken. Ook was het in het begin lastig om verpleegkundigen aan te sturen die mij nog hebben opgeleid. Nu moet ik vooral onze beroepstitel nog weleens uitleggen. We zijn geen gespecialiseerde verpleegkundigen, maar verpleegkundig specialisten met voorschrijfbevoegdheid. We volgen tenslotte nascholingen met de specialist samen. Maar tegelijkertijd zijn we geen aios of medisch specialist met een brede medische achtergrond, maar verpleegkundig specialisten met medische kennis van een afgebakend gebied.”
Compleet plaatje
Dat is dan ook de unieke meerwaarde van de verpleegkundig specialist, vinden Schreuder en De Vette. “Het is de kunst je verpleegkundig hart mee te blijven nemen in je werk”, zegt De Vette. “Omdat wij iets meer tijd kunnen maken voor gesprekken en meer weten over iemands achtergrond, zien we vaak het complete plaatje. Dat komt bijvoorbeeld ten goede bij een gesprek over advanced-careplanning. Dan kijken we niet alleen of dialyse medisch gezien nog zinvol is, maar ook wat past bij wat iemand nog wil. Zo merken we dat meer mensen kiezen voor conservatieve behandeling, nu het Nierteam aan Huis vanuit maatschappelijk werk voorlichting geeft aan patiënten en hun netwerk over nierfunctievervangende behandelingen en vormen van thuisdialyse.”
Stabiele factor
Hoe kijken de verpleegkundig specialisten naar de toekomst? “Uit onderzoek blijkt dat inzet van een verpleegkundig specialist inderdaad leidt tot meer zorg voor hetzelfde geld en dat we bovendien bijdragen aan verdere verbetering van de kwaliteit van zorg”, zegt Anita de Vette trots. Artsen kunnen zich meer richten op het bieden van meer complexe zorg, terwijl wij in deze tijden van tekorten een stabiele factor zijn op de afdeling.”
Verder versterken
Wel zijn er nog kwaliteitsslagen te maken, signaleert Nomi Schreuder. “Het is mooi dat verpleegkundigen nu de mogelijkheid hebben om door te groeien in hun functie en specialisme. Dat zorgt wellicht voor minder uitstroom. Ook liggen er nog veel mogelijkheden op het gebied van verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek waar wij een rol in kunnen spelen. Daarnaast zijn veel verpleegkundig specialisten nog zoekend in hun rol. Daarom vormen Anita en ik samen met enkele collega’s het net opgerichte bestuur van de verpleegkundig specialisten nefrologie (VSN), een netwerk binnen V&VN. Door ons te verenigingen, kunnen we van elkaar leren, voorbeelden uitwisselen en ons beroep verder versterken.”