Niet alleen de 5-jaarsoverleving, maar ook de 10-jaarsoverleving verbetert door toevoegen van HIPEC bij vrouwen met gevorderd ovariumcarcinoom, zo blijkt uit de OVHIPEC-1-studie. Gynaecoloog dr. W.J. (Willemien) van Driel (NKI-AVL) licht de resultaten toe.
De OVHIPEC-1-studie toonde eerder al aan dat toevoegen van hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC) de 5-jaarsoverleving verhoogt bij vrouwen met gevorderd ovariumcarcinoom die cytoreductieve chirurgie ondergaan. Nu publiceert de onderzoeksgroep de 10-jaarsoverlevingsdata van deze patiënten in The Lancet1. “Bij chirurgische studies is het minder gebruikelijk om de langetermijnoverleving te publiceren”, vertelt laatste auteur dr. Willemien van Driel, gynaecoloog bij het Antoni van Leeuwenhoek. “Maar omdat er internationaal vragen waren over de langetermijneffectiviteit, besloten we om in dit geval ook de langetermijnfollow-up in beeld te brengen.”
10% meer overleving
Tussen 2007 en 2016 includeerde de OVHIPEC-1-trial 245 vrouwen met gevorderd ovariumcarcinoom. Na een follow-up van mediaan ruim 10 jaar was een recidief, progressie of overlijden opgetreden bij 93% van de patiënten die alleen chirurgie ondergingen. Bij de patiënten die chirurgie plus HIPEC kregen, was dit 89%. Het overlijdenspercentage in de chirurgiegroep was 88%, versus 82% in de groep die chirurgie plus HIPEC onderging. “Hoewel er na 10 jaar helaas nog maar weinig vrouwen in leven waren, zagen we wel dezelfde winst als in de eerdere studie”, merkt Van Driel op. “Met HIPEC blijken we het optreden van een recidief uit te stellen, wat zorgt voor een langere overleving. Zowel na 5 als na 10 jaar follow-up zijn 10% meer patiënten in leven in de groep die naast chirurgie ook HIPEC krijgt. De gemiddelde overlevingswinst door toevoegen van HIPEC is 1 jaar, zowel na 5 jaar als na 10 jaar follow-up.”
Meer onderbouwing
Of deze publicatie de kritiek van bepaalde onderzoeksgroepen wegneemt, durft Van Driel nog niet te zeggen. “De publicatie is pas net verschenen. Maar we hebben intussen ook nog allerlei andere studies naar aanleiding van de OVHIPEC-1 gepubliceerd om de kwaliteit van de studie te onderbouwen. Zo hebben we alle radiologische scans onafhankelijk laten beoordelen en uitgezocht of de recidiefvrije overlevingswinst blijft staan als je naar deze objectieve herbeoordeling kijkt. Dat blijkt inderdaad het geval, waarmee we hebben uitgesloten dat er een bias speelde bij de eerdere radiologische beoordeling.”
Een ander kritiekpunt op de OVHIPEC-1 was dat het om een heel geselecteerde groep patiënten zou gaan. “Om dat te onderzoeken keken we naar een patiëntengroep die in dezelfde periode in Nederland is behandeld en die voldeed aan dezelfde inclusiecriteria. Daaruit bleek dat de overleving in deze groep precies hetzelfde was als in onze controlegroep, waarmee we aantonen dat toevoegen van HIPEC echt iets oplevert voor een real-life patiëntengroep.”
Kosteneffectief
Er zijn eigenlijk geen redenen om geen HIPEC uit te voeren bij deze patiëntengroep. “We hebben aangetoond dat de behandeling duidelijk kosteneffectief is, waarbij de kwaliteit van leven vergelijkbaar is in beide groepen”, merkt Van Driel op. “Wel is het voor groepen die nog geen ervaring hebben met HIPEC een behoorlijke uitdaging. De HIPEC zelf is niet lastig, maar wel het goed uitvoeren van de HIPEC-behandeling. Dat vereist het stellen van de indicatie en een goede samenwerking met verschillende disciplines. Je hebt te maken met OK-personeel, anesthesie, eventuele IC-opname en verblijf op de afdeling. Er zijn veel mensen bij betrokken en die moeten allemaal weten hoe het werkt en wat er eventueel mis kan gaan.”
In Nederland is de implementatie goed geregeld, zegt de gynaecoloog. “In 2018 is de richtlijn aangepast en vergoeding vanuit de basiszorg aangevraagd; die is inmiddels toegekend. Via de beroepsvereniging hebben we ervoor gezorgd dat elke regio minstens 1 centrum heeft dat HIPEC’s voor ovariumcarcinoom uitvoert, in totaal zijn dat 10 centra. In SONCOS zijn hier volumenormen voor vastgesteld.” Ook wereldwijd wordt HIPEC bij interval-debulking steeds meer gemeengoed. “Deze studie kan bijdragen aan nog verdere implementatie”, verwacht Van Driel.
Vervolgonderzoek
In Nederland loopt inmiddels de OVHIPEC-2. “Ook daarin randomiseren we patiënten naar wel of geen HIPEC, alleen zijn het nu patiënten met verder gevorderde eierstokkanker die starten met een operatie. We weten niet of toevoegen van HIPEC bij hen dezelfde winst oplevert. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat zij een betere uitgangspositie hebben, waardoor de winst van HIPEC kleiner is. Daarnaast selecteer je door voorafgaand aan de operatie eerst chemotherapie te geven een andere groep patiënten uit, namelijk patiënten bij wie geen progressie optreedt tijdens de chemotherapie – want die komen niet in aanmerking voor debulking.”
Inclusie voor OVHIPEC-2
Het succes van de OVHIPEC-1-studie en de implementatie daarvan in ons land is voor een groot deel te danken aan de vele gynaecologen die zich hier hard voor hebben gemaakt, benadrukt Van Driel. “Dat succes heeft ook te maken met onze gecentraliseerde gynaecologische oncologie. Er zijn slechts 18 ziekenhuizen die chirurgie uitvoeren bij ovariumcarcinoom, daarnaast zijn er nog wel centra die alleen chemotherapie geven.”
Voor de OVHIPEC-2 merkt de onderzoeker dat de inclusie in Nederland helaas wat achterblijft ten opzichte van andere landen. “Dat komt door het capaciteitsprobleem”, vermoedt Van Driel. “Voor patiënten die deelnemen aan de OVHIPEC-2-studie heb je een hele dag de OK nodig – je randomiseert tenslotte pas tijdens de ingreep. Dat maakt het voor de planning lastig, zeker als er een OK-capaciteitsprobleem speelt.”
Verwijzing
Hoewel de gynaecoloog zich geen zorgen maakt over het volkrijgen van de studie – in 3 jaar tijd werden ondanks de COVID-crisis al 300 van de benodigde 538 patiënten geïncludeerd – raadt zij artsen wel aan om deelname aan de studie te overwegen bij includeerbare patiënten. Ook als een patiënt zich presenteert in een niet-HIPEC ziekenhuis. “Je kunt een patiënt verwijzen naar een HIPEC-centrum. Dan krijgt iemand in ieder geval de kans om deelname te overwegen”, besluit ze.
Referentie:
Aronson SL, Lopez-Yurda M, Koole SN, et al. Cytoreductive surgery with or without hyperthermic intraperitoneal chemotherapy in patients with advanced ovarian cancer (OVHIPEC-1): final survival analysis of a randomised, controlled, phase 3 trial. Lancet Oncol. 2023;24:1109-18.