PatiĆ«nten met chronische pancreatitis die een vroege chirurgische behandeling ondergaan, hebben ook op de langere termijn minder pijn dan patiĆ«nten die eerst een endoscopische behandeling krijgen. Dit blijkt uit de langetermijnresultaten van de ESCAPE-studie die Charlotte van Veldhuisen (aios Chirurgie, OLVG, Amsterdam) in het kader van haar promotieonderzoek uitvoerde. āOp basis van de uitkomsten van deze en vergelijkbare studies bevelen we aan vroege chirurgie te overwegen bij patiĆ«nten met chronische pancreatitis en een verwijde ductus pancreaticus.ā
Binnen de huidige praktijk worden de pijnsymptomen bij patiĆ«nten met chronische pancreatitis eerst behandeld met medicijnen zoals opioĆÆde analgetica. Bij falen worden patiĆ«nten verwezen voor een endoscopische behandeling. āChirurgie is dan vaak een laatste redmiddelā, vertelt Van Veldhuisen over de aanleiding van de ESCAPE-studie. āMaar de afgelopen jaren wezen steeds meer studies erop dat chirurgie eerder in het ziektetraject mogelijk betere uitkomsten (pijnverlichting) geeft. Of dit echt zo is, wilden we gerandomiseerd uitzoeken. Daarom is vanuit de Pancreatitis Werkgroep Nederland de ESCAPE-studie opgezet.ā Deze studie liep van 2011 tot 2016 en randomiseerde 88 patiĆ«nten met chronische pancreatitis met een verwijde ductus pancreaticus en eventueel ook inflammatie in de pancreaskop. De controlegroep ontving de standaard stapsgewijze behandeling, bestaande uit een medicamenteuze behandeling met indien nodig een endoscopische interventie en bij falen een chirurgische behandeling. De interventiegroep ontving een vroege chirurgische behandeling. āDit initiĆ«le onderzoek, gepubliceerd in 2020 in JAMA, liet zien dat de vroege chirurgische benadering na anderhalf jaar follow-up significant minder pijn gaf (op basis van de Izbicki-pijnscore) dan eerst een endoscopische interventie.1 āMaar een belangrijke vraag naar aanleiding van deze studieresultaten was: hoe zit het met de lange termijn?ā
Vervolgonderzoek
Om dit uit te zoeken zijn alle patiĆ«nten die deelnamen aan de ESCAPE-studie ongeveer 8 jaar later gevraagd voor een vervolgonderzoek.2 De primaire uitkomstmaat was gelijk aan de initiĆ«le studie: pijn bepaald met de Izbicki-pijnscore. Van de 88 initiĆ«le patiĆ«nten waren er 23 gedurende de follow-upperiode overleden (11 patiĆ«nten in de vroege-chirurgiegroep en 12 in de endoscopiegroep). Van Veldhuisen: āAlle overige patiĆ«nten die wilden deelnemen aan dit vervolgonderzoek, hebben we vragenlijsten gestuurd. Daarnaast brachten we in kaart welke aanvullende behandelingen zij in de tussenliggende periode hadden ontvangen.ā
Hogere patiƫnttevredenheid
De resultaten van deze follow-up op lange termijn waren in lijn met de initiĆ«le studie, aldus Van Veldhuisen. āDe Izbicki-pijnscores waren significant lager in de groep die vroeg geopereerd werd ten opzichte van de groep die eerst een endoscopische behandeling kreeg (respectievelijk gemiddeld 33 op een schaal van 100 versus 51, pāÆ=āÆ0,03).ā Ook rapporteerden meer patiĆ«nten in de vroege-chirurgiegroep complete pijnverlichting (45%) dan in de endoscopiegroep (20%). Over de gemeten patiĆ«nttevredenheid zegt Van Veldhuisen: āIk had eigenlijk verwacht dat patiĆ«nten de voorkeur zouden geven aan de minder invasieve endoscopische behandeling. Maar verrassend genoeg was de patiĆ«nttevredenheid hoger in de chirurgiegroep.ā In totaal was 71 versus 33% van de patiĆ«nten zeer tevreden met de behandeling (pāÆ=āÆ0,003). Daarnaast zou 87% van de patiĆ«nten in de vroege-chirurgiegroep versus 47% van de patiĆ«nten in de endoscopiegroep de behandeling indien nodig aanbevelen aan vrienden of familie. Gemeten over de totale studieperiode (inclusief de eerste anderhalf jaar van de ESCAPE-studie) waren er in de vroege-chirurgiegroep over het algemeen minder interventies nodig. āEen patiĆ«nt was vaker met alleen de operatie geholpen, terwijl er bij patiĆ«nten die eerst endoscopisch behandeld werden, mediaan 4 interventies nodig waren. Dit verschil was echter niet significant.ā
Latere chirurgie minder effectief
In de studie zijn ook de resultaten van een aantal subgroepen geanalyseerd. āWe hebben bijvoorbeeld gekeken naar de groep patiĆ«nten die na een endoscopische behandeling alsnog chirurgie moest ondergaan. Daarbij zagen we dat patiĆ«nten in de vroege-chirurgiegroep betere pijnscores hadden aan het einde van de follow-up (gemiddeld 33) dan de patiĆ«nten die na de endoscopische ingreep alsnog chirurgie moesten ondergaan (gemiddeld 52). In deze laatste groep had 12% complete pijnverlichting versus 55% in de vroege-chirurgiegroep. Dit suggereert dat het later inzetten van chirurgie minder effectief is, mogelijk omdat er al te veel destructie van het pancreasweefsel isā, licht Van Veldhuisen toe. āEen andere hypothese is dat er in dit latere stadium al paden van chronische pijn geactiveerd zijn waar we met het weghalen van de ontsteking geen invloed meer op kunnen uitoefenen.ā
Multidisciplinair overleg
Wat betekenen de resultaten van de ESCAPE-studie nu voor de dagelijkse praktijk? āOp basis van onze bevindingen en vergelijkbare studies, bevelen we aan vroege chirurgie te overwegen bij patiĆ«nten met chronische pancreatitis en een verwijde ductus pancreaticusā, zegt Van Veldhuisen. Hierbij is het volgens haar wel belangrijk patiĆ«nten tijdig op de radar te krijgen bij zowel de MDL-arts als de chirurg (zie kader COMBO-studie en kader Expertpanel). āOok omdat de uitkomsten van deze patiĆ«nten, die voor het verlichten van de pijn vaak morfineachtige preparaten voorgeschreven krijgen, weer slechter zijn als zij morfineafhankelijkheid ontwikkelen. Dat willen we voor zijn. Daarom zou het ideaal zijn als patiĆ«nten met chronische pancreatitis in een multidisciplinair overleg besproken worden, waar zowel een MDL-arts, chirurg, radioloog en mogelijk ook een pijnspecialist bij betrokken zijn.ā
Rol endoscopie?
Ziet Van Veldhuisen met deze aanbevelingen nog wel een rol voor endoscopie bij chronische pancreatitis? āOp basis van de uitkomsten van de ESCAPE-studie kunnen we niet precies zeggen wat de rol van endoscopie is bij patiĆ«nten met bijvoorbeeld een wat eenvoudigere chronische pancreatitis. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren nieuwere endoscopische technieken bij gekomen en maken we in plaats van open chirurgie nu vaker gebruik van een minimaal invasieve ingreep. We willen dan ook bij patiĆ«nten met chronische pancreatitis de nieuwere endoscopische technieken vergelijken met de geoptimaliseerde chirurgische technieken. We zijn bezig hier een studie voor op te zetten.ā
COMBO-studie
Een eerste stap om alle patiĆ«nten met chronische pancreatitis in kaart te brengen is de net afgeronde COMBO-studie van de Pancreatitis Werkgroep Nederland. In deze landelijke, āstepped-wedgeā, clustergerandomiseerde, gecontroleerde studie stappen 26 centra op een stapsgewijze manier over van de huidige praktijk naar zorg volgens een evidence-based geĆÆntegreerd behandelalgoritme. Van Veldhuisen: āAls deze strategie geĆÆmplementeerd wordt, maakt het niet meer uit in welk ziekenhuis een patiĆ«nt met chronische pancreatitis binnenloopt. Iedere patiĆ«nt wordt dan ā indien nodig ā besproken in een multidisciplinair overleg waarbij zowel een MDL-arts als een chirurg met expertise op dit gebied betrokken zijn. Daarna wordt besloten wat de juiste behandeling is voor die betreffende patiĆ«nt. Met deze benadering hopen we de kwaliteit van leven en pijnuitkomsten van patiĆ«nten met chronische pancreatitis te verbeteren.ā
Expertpanel
In 2010 is voor chronische pancreatitis een expertpanel opgericht, een initiatief van de Pancreatitis Werkgroep Nederland in samenwerking met de Alvleeskliervereniging. Het doel van dit expertpanel is het verbeteren van de behandeling van patiĆ«nten met een chronische pancreatitis door een toegespitst behandeladvies te geven op basis van de meest recente richtlijnen en wetenschappelijke inzichten. Van Veldhuisen: āIedereen met twijfel over een patiĆ«nt met chronische pancreatitis kan elk moment van de dag contact opnemen met het expertpanel, waarbij het streven is binnen een aantal dagen een advies terug te koppelen. Zo proberen we op verschillende manieren ondersteuning te bieden bij patiĆ«nten met chronische pancreatitis en kennis over te dragen. Ik denk dat dit heel bijzonder is aan Nederland.ā Meer informatie over het expertpanel is te vinden op: https://pancreatitis.nl/expertpanel/chronische-pancreatitis.
Referenties:
- Issa Y, Kempeneers MA, Bruno MJ, et al; Dutch Pancreatitis Study Group. Effect of early surgery vs endoscopy-first approach on pain in patients with chronic pancreatitis: the ESCAPE randomized clinical trial. JAMA. 2020;323:237-47.
- Van Veldhuisen CL, Kempeneers MA, de Rijk FEM, et al. Long-term outcomes of early surgery vs endoscopy first in chronic pancreatitis: follow-up analysis of the ESCAPE randomized clinical trial. JAMA Surg. 2024:e245182.