Opnieuw ophef over borstkankerrisico hormoonsuppletietherapie

Delen via:

Een meta-analyse in The Lancet bevestigde vorig jaar dat hormoonsuppletietherapie voor vrouwen met overgangsklachten gepaard gaat met een verhoogd risico op borstkanker.1 Gynaecologenverenigingen benadrukken echter dat dit geen nieuwe kennis is en dat het risico met de momenteel gebruikte medicijnen gering is. De voor- en nadelen van hormoonsuppletietherapie zouden volgens hen per individu afgewogen moeten worden.

Dat er een verband bestaat tussen hormoonsuppletietherapie en een verhoogd risico op borstkanker is al vele jaren bekend. In 2002 en 2004 publiceerde het Women’s Health Initiative rapporten waaruit bleek dat vrouwen die combinatie-hormoonsuppletietherapie gebruikten, een verhoogde kans hadden op het ontwikkelen van borstkanker.2,3 De bevindingen werden breed uitgemeten in de media en leidden vervolgens tot een afname van het gebruik van hormoonsuppletietherapie. Dat werd gevolgd door een daling van de incidentie van borstkanker.4

Maar omdat nog weinig bekend was over hoe lang het risico verhoogd bleef en over hoe groot het risico was bij de verschillende beschikbare medicijnen, voerde de Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer een nieuwe meta-analyse uit waarin specifiek naar deze zaken werd gekeken.1 Voor hun studie maakten zij gebruik van de gegevens van 58 studies, waaronder 24 prospectieve cohortstudies. De studie matchte 108.647 patiënten met borstkanker (gemiddelde leeftijd bij diagnose 65 jaar) met maximaal 4 controles. Daarbij werd rekening gehouden met de leeftijd van een vrouw bij het eerste gebruik van hormoonsuppletietherapie, hoe lang de medicatie werd gebruikt en de tijd die verstreken was sinds een vrouw de medicijnen voor het laatst gebruikte.

Risico combinatietherapie hoger

Het onderzoek laat zien dat vergeleken met vrouwen die geen hormonen gebruikten, vrouwen die kort na de menopauze met hormoonsuppletietherapie begonnen een significant verhoogd risico op borstkanker hadden. Daarbij bleek dat bij een vergelijkbare gebruiksduur combinatietherapie met oestrogenen en progestagenen gepaard ging met een hoger risico dan gebruik van alleen oestrogeen. Ook was er een relatie tussen de duur van het gebruik van hormonen en het borstkankerrisico. Zo was de hazard ratio bij 1-4 jaar gebruik 1,17 voor oestrogeen alleen en 1,60 voor combinatietherapie, terwijl de hazard ratio’s bij 10-14 jaar gebruik respectievelijk 1,43 en 2,26 waren.

De auteurs berekenden ook het absolute risico op borstkanker tot de leeftijd van 70 jaar. Daarbij gingen zij uit van vrouwen met een gemiddeld gewicht die startten met hormoonsuppletietherapie op de leeftijd van 50 jaar. De berekening liet zien dat de geschatte borstkankerincidentie voor vrouwen die nooit hormoonsuppletietherapie gebruikten 6,3% was, en dat deze bij 5 jaar gebruik van een combinatie van hormonen 8,3% werd. De absolute toename is zodoende 2%, of één extra kanker per 50 gebruiksters. Bij alleen oestrogeen gaat het om één extra kanker per 200 gebruiksters.

Ook gaf het onderzoek wat meer inzicht op de periode waarin vrouwen een verhoogd risico lopen. Bij voormalige gebruiksters van hormoonsuppletietherapie waren de relatieve risico’s lager dan bij huidige gebruiksters, maar de risico’s bleven meer dan 10 jaar na het stoppen verhoogd. Daarbij was het risico groter naarmate de duur van het gebruik van hormonen langer was.

Zorgvuldig afwegen

De verhoogde risico’s moeten echter in perspectief worden gezien, benadrukt Joanne Kotsopolous die een commentaar schreef bij de studie.5 Zij wijst erop dat vrouwen met een BMI boven de 30 die geen hormoonsuppletietherapie gebruiken, meer kans hebben op borstkanker dan vrouwen zonder overgewicht die 5 jaar oestrogenen gebruiken. De oorzaak hiervoor lijkt dat de hoeveelheid oestrogenen geproduceerd door vetweefsel groter is dan de hoeveelheid hormonen bij gebruik van hormoonsuppletietherapie. Daarbij lijkt het niet zo te zijn dat de risico’s van hormoonsuppletietherapie bovenop het risico van obesitas komen, schrijft Kotsopolous. Vrouwen met een BMI van boven de 30 hoeven zich zodoende geen zorgen te maken over een verhoogd risico op borstkanker als gevolg van hormoonsuppletietherapie, mits zij een BMI van boven de 30 houden.

Kotsopolous stelt dat artsen bij het overwegen van hormoonsuppletietherapie een brede blik moeten houden en de risico’s en voordelen van behandeling van overgangsklachten zorgvuldig moeten afwegen. Hierbij zou onder meer met de ernst van de symptomen, contra-indicaties voor hormoonsuppletietherapie (zoals borstkanker, hart- en vaatziekten en beroerte), BMI en de voorkeur van de patiënt rekening gehouden moeten worden. Kotsopolous pleit ervoor om wanneer er wordt gekozen voor hormoonsuppletietherapie, bij voorkeur alleen te behandelen met oestrogeen, te starten rond de tijd van de natuurlijke menopauze en idealiter het gebruik te beperken tot maximaal vijf jaar.

Voordelen

Vergelijkbare kanttekeningen komen naar voren in een gezamenlijke reactie van de Britse gynaecologenvereniging (Royal College of Obstetricians and Gynaecologists) en de British Menopause Society.6 Zij benadrukken dat hormoonsuppletietherapie voor de meeste vrouwen helpt bij het beheersen van menopauzeklachten en veilig is. De verklaring stelt onder meer dat “vrouwen moeten worden geïnformeerd over het kleine verhoogde risico op borstkanker, zodat ze dit kunnen afwegen tegen de voordelen die ze kunnen hebben van het gebruik van hormoonsuppletietherapie … Deze bevindingen mogen vrouwen er niet van weerhouden hormoonsuppletietherapie te gebruiken als de voordelen – zoals bescherming van botten en afname van het cardiovasculaire risico – opwegen tegen de risico’s.”

Daarbij is van belang dat de meta-analyse enkel keek naar de incidentie van borstkanker en niet naar de mortaliteit, aldus gynaecoloog Janice Rymer in een commentaar op de studie gepubliceerd in BMJ.7 Zij beklemtoont daarin dat een recente systematische review vond dat starten met hormoonsuppletietherapie rondom het begin van de menopauze mogelijk gepaard gaat met een afname van de totale mortaliteit en van het overlijden aan hart- en vaatziekten, terwijl er geen verhoogde sterfte aan borstkanker werd gezien. En ook een recent onderzoek van de Women’s Health Initiative toonde dat vrouwen van tussen de 50 en 59 die startten met alleen oestrogeen, na 18 jaar een lagere mortaliteit hadden dan vrouwen die een placebo gebruikten. Rymer stelt dat jonge vrouwen die stoppen met hormoonsuppletietherapie hun gezondheid op de lange termijn waarschijnlijk benadelen en hun risico op overlijden verhogen.

Beleid aangepast

In Nederland waren vergelijkbare geluiden te horen. Dorenda van Dijken, voorzitter van de Dutch Menopause Society, onderdeel van de NVOG, vertelde aan De Volkskrant dat de resultaten uit de analyse in The Lancet niet meer van toepassing zijn op de huidige situatie.8 Ze benadrukt dat in veel van de onderzochte studies hormonen zijn gebruikt die niet meer worden voorgeschreven, omdat bekend is dat ze het risico op kanker vergroten. Daarbij werden de hormonen vaak langdurig voorgeschreven, terwijl dat in Nederland niet meer gebruikelijk is. “We weten allang dat het risico op borstkanker te maken heeft met het type progesteron en met de duur van het gebruik. Daarom hebben we het type medicatie en het beleid aangepast”, aldus Van Dijken. De data van de meta-analyse ondersteunen deze uitspraken; dydrogesteron en gemicroniseerd progesteron, de medicijnen die zowel door gynaecologen als het Nederlands Huisartsen Genootschap als eerste keus zijn benoemd, scoren bij een gebruik van minder dan vijf jaar het gunstigst van alle combinatiepreparaten en geven slechts een licht verhoogd risico.

Referenties

  1. Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer. 2019;394(10204):1159-68.
  2. Rossouw JE, et al. JAMA. 2002;288:321-33.
  3. Anderson GL, et al. JAMA. 2004;291:1702-12.
  4. Kumle M. Lancet. 2008;372:608-10.
  5. Kotsopolous J. Lancet. 2019;394(10204):1116-8.
  6. https://www.rcog.org.uk/en/news/rcog-bms-response-to-lancet-study/
  7. Rymer J. BMJ. 2019;367:l5928.
  8. De Visser E. De Volkskrant 2020, 6 september.

Groeiende aandacht voor de ondersteunende rol van voeding bij kanker

mei 2018

Lees meer over Groeiende aandacht voor de ondersteunende rol van voeding bij kanker

Kanker bij stewardessen

mei 2018

Lees meer over Kanker bij stewardessen

Dasatinib als behandeling voor GIST

mei 2018 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Dasatinib als behandeling voor GIST

Opereren met fluorescentie

mei 2018 | Longoncologie

Lees meer over Opereren met fluorescentie

Negatief effect pathologische fracturen op overleving sarcoom

mei 2018 | Bot en wekedelentumoren

Lees meer over Negatief effect pathologische fracturen op overleving sarcoom

Resultaten van larotrectinib in een fase II-onderzoek

mei 2018 | Bot en wekedelentumoren

Lees meer over Resultaten van larotrectinib in een fase II-onderzoek

Recent advances in the use of CAR T-cell therapies in relapsed/refractory diffuse large B-cell lymphoma and follicular lymphoma

1 okt 2024 om 12:00 | Lymfoom

Lees meer over Recent advances in the use of CAR T-cell therapies in relapsed/refractory diffuse large B-cell lymphoma and follicular lymphoma

Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

10 sep 2024 om 20:00

Lees meer over Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

Pakketbeslissingen en (on-)zekere kosteneffectiviteit: Willingness to Pay voor geneesmiddelen

1 jul 2024

Lees meer over Pakketbeslissingen en (on-)zekere kosteneffectiviteit: Willingness to Pay voor geneesmiddelen

Challenges in advanced Cutaneous T-cell Lymphoma (CTCL) – diagnosis and management

10 jun 2024 om 16:30 | Lymfoom

Lees meer over Challenges in advanced Cutaneous T-cell Lymphoma (CTCL) – diagnosis and management

Keynote webinar: Spotlight on antibody–drug conjugates in cancer

19 feb 2024 om 17:30 | Borstkanker

Lees meer over Keynote webinar: Spotlight on antibody–drug conjugates in cancer

Prostaatkanker nu en in de toekomst

25 jan 2024 | Uro-oncologie

Lees meer over Prostaatkanker nu en in de toekomst

Niet-melanoom huidkanker in de regio

31 aug 2023 | Dermato-oncologie, Radiotherapie

Lees meer over Niet-melanoom huidkanker in de regio

Keynote Webinar | Spotlight on Cardio-Oncology

16 mei 2023 om 17:30

Lees meer over Keynote Webinar | Spotlight on Cardio-Oncology

Borstkanker; een update op alle vlakken

9 mei 2023 om 20:00 | Borstkanker, Neuro-oncologie

Lees meer over Borstkanker; een update op alle vlakken

Immuno-oncologie module 1: immunologie en immuuntherapie

Lees meer over Immuno-oncologie module 1: immunologie en immuuntherapie

Immuno-oncologie module 2: Bijwerkingenmanagement en checkpoint inhibitors

Lees meer over Immuno-oncologie module 2: Bijwerkingenmanagement en checkpoint inhibitors

Immuno-oncologie module 3: Verpleegkundige casuïstiek

Lees meer over Immuno-oncologie module 3: Verpleegkundige casuïstiek

ASCO Direct™ GU 2025

vrijdag 14 feb 2025 t/m zaterdag 15 feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over ASCO Direct™ GU 2025

Behandeling met immuuncheckpointremmers is veilig bij mensen met hiv en kanker

nov 2024 | HIV, Immuuntherapie, Longoncologie, Virale infecties

Lees meer over Behandeling met immuuncheckpointremmers is veilig bij mensen met hiv en kanker

GLP1-agonisten tijdens kankerbehandeling niet geassocieerd met hoger AKI-risico

okt 2024 | Acuut nierfalen, Immuuntherapie

Lees meer over GLP1-agonisten tijdens kankerbehandeling niet geassocieerd met hoger AKI-risico

Computerondersteunde diagnose poliepen minder specifiek in proximale colon

okt 2024 | Endoscopie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Computerondersteunde diagnose poliepen minder specifiek in proximale colon

Poeptransplantatie verbetert effect immuuntherapie bij nierkanker

okt 2024 | Immuuntherapie, Uro-oncologie

Lees meer over Poeptransplantatie verbetert effect immuuntherapie bij nierkanker

Verhoogd risico op maagkanker bij migrantengroepen

okt 2024 | Bacteriële infecties, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Verhoogd risico op maagkanker bij migrantengroepen

Drie studies geven richting aan verfijning behandeling colorectaal carcinoom

okt 2024 | Chirurgie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Drie studies geven richting aan verfijning behandeling colorectaal carcinoom

Melanoom in vroeg stadium op het spoor

okt 2024 | Dermato-oncologie

Lees meer over Melanoom in vroeg stadium op het spoor

Melanoom snel in beeld met kunstmatige intelligentie

sep 2024 | Dermato-oncologie

Lees meer over Melanoom snel in beeld met kunstmatige intelligentie

Trastuzumab-deruxtecan bij gevorderde HER2+ borstkanker met hersenmetastasen

sep 2024 | Borstkanker

Lees meer over Trastuzumab-deruxtecan bij gevorderde HER2+ borstkanker met hersenmetastasen

Podcast: EGFR ex20ins gemuteerd NSCLC in de dagelijkse klinische praktijk

feb 2024 | Longoncologie

Lees meer over Podcast: EGFR ex20ins gemuteerd NSCLC in de dagelijkse klinische praktijk

Podcast: Progress in PARP inhibitors - An exciting option for treating metastatic prostate cancer?

dec 2023 | Uro-oncologie

Lees meer over Podcast: Progress in PARP inhibitors - An exciting option for treating metastatic prostate cancer?

Podcast pancreascarcinoom

dec 2022 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Podcast pancreascarcinoom

Slokdarm- en maagkanker

jun 2021 | Chirurgie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Slokdarm- en maagkanker

Impact van COVID-19 op bevolkingsonderzoek darmkanker in Nederland

feb 2021 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Impact van COVID-19 op bevolkingsonderzoek darmkanker in Nederland

MedNet Oncologie 2024-05

okt 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-05

MedNet Oncologie special Colorectaal carcinoom

sep 2024

Lees meer over MedNet Oncologie special Colorectaal carcinoom

MedNet Oncologie 2024-04

aug 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-04

MedNet Oncologie special Borstkanker 2024

jul 2024

Lees meer over MedNet Oncologie special Borstkanker 2024

MedNet Oncologie special Longkanker 2024

jun 2024

Lees meer over MedNet Oncologie special Longkanker 2024

MedNet Oncologie 2024-03

jun 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-03

MedNet Oncologie 2024-02

apr 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-02

MedNet Oncologie special Uro-Oncologie 2024

mrt 2024

Lees meer over MedNet Oncologie special Uro-Oncologie 2024

MedNet Oncologie 2024-01

feb 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-01