De resultaten van Amerikaanse onderzoek suggereren dat voor opgenomen patiënten met een gecompliceerde urineweginfectie die gedurende de gehele behandelperiode intraveneuze bètalactams kregen of overstapten op orale middelen met een hoge biologische beschikbaarheid, 7 dagen antibiotica waarschijnlijk voldoende is. Voor andere patiënten kan 10 dagen nodig zijn.
Het doel van deze observationele studie was om de kortste effectieve behandelduur te bepalen voor opgenomen patiënten met een gecompliceerde urineweginfectie (cUWI). Het onderzoek werd uitgevoerd bij patiënten ≥ 18 jaar met een gramnegatieve cUWI plus geassocieerde bacteriëmie die in 2019 waren opgenomen in 24 Amerikaanse ziekenhuizen. De primaire uitkomstmaat was een recidiefinfectie met dezelfde species ≤ 30 dagen na voltooiing van de behandeling.
1099 patiënten werden 7 (n = 265), 10 (n = 382) of 14 (n = 452) dagen behandeld. Er was geen verschil in de kans op een recidiefinfectie tussen patiënten die 10 of 14 dagen antibiotica kregen (aOR 0,99; 95%-BI 0,52-1,87). De kans op een recidief was verhoogd bij patiënten die 7 dagen versus 14 dagen werden behandeld (aOR 2,54; 95%-BI 1,40-4,60). Echter, wanneer de 7-daagse versus 14-daagse analyse werd beperkt tot de subgroep van 627 patiënten die gedurende de gehele behandelperiode intraveneuze bètalactam-therapie kregen of werden overgezet op orale middelen met een hoge biologische beschikbaarheid, was er geen verschil meer tussen de groepen (aOR 0,76; 95%-BI 0,38-1,52). Van de 76 patiënten met recidiverende infecties hadden er respectievelijk 2 (11%), 2 (10%) en 10 (36%) in de groepen die 7, 10 en 14 dagen werden behandeld een geneesmiddelresistente infectie (p = 0,10).
Bron: